Operarecensie

Operadagen Rotterdam 2012 – Dag 7

Onder het thema ‘Droom en Daad’ worden van 25 mei tot en met 3 juni de Operadagen Rotterdam gehouden. Iedere dag bericht Place de l’Opera over een selectie uit het programma. Op dag zeven, donderdag 31 mei, was het de dag van Claron McFadden, van Pelléas et Mélisande en van de ster van het festival.

Magdalena Kozena (foto: Mathias Bothor).

Het was de avond van ‘l’embarras de choix’ op de Operadagen. De première van Lilith, muziektheater van Claron McFadden, was in de Schouwburg en in Arminius stond Grafschrift voor Anatole, met muziek van Rihm en Peter-Jan Wagemans. De buitenvoorstelling van een door Timothy Nelson, directeur van de Opera Studio Nederland, bewerkte versie van Pelléas et Mélisande was ondanks het weer ook een aantrekkelijke keuze. Maar voor mij werd het De Doelen, en het werd de avond van een zomerzotte Ravel.

Het festival ging zijn zevende dag in, en het werd tijd voor een Ster. Zeker, er waren al veel mooie, interessante, geheimzinnige en moeilijke voorstellingen te zien geweest, er had al een mannelijke ster, Dietrich Henschel, op het podium van De Doelen gestaan, maar het werd tijd voor het grote werk. Het was een donderdagvond die niet zo zomers was, zoals het weer van de dagen ervoor, maar daar merkte je eenmaal binnen niks van, in de grote zaal van De Doelen.

Al voorafgaand aan de voorstelling klonk het geluid van het binnenlopende publiek. Als je je oor bij een net geopende fles champagne houdt, hoor je dat geluid ook: een twinkelende ruis, de belofte van wat je gaat proeven.

De Ster stond op het affiche en dat had De Doelen tot op de laatste plaats doen uitverkopen. Een bezorgde frons die bij de niet altijd vol bezette zalen van de Operadagen Rotterdam maakte plaats voor de ontspannen lach van het succes. Het was de sfeer van de laatste werkdag voor de vakantie, als stress en hectiek plaatsmaken voor zorgeloosheid.

Voor de pauze was er instrumentale muziek, Ma mère l’oye van Ravel, waarmee het Rotterdams Philharmonisch Orkest ook op cd succes boekte. Het publiek klapte al bij aanvang hard, opgelucht dat de Rotterdammers, nog maar net klaar met een veelgeprezen serie uitvoeringen van Don Carlo in de Amsterdamse operatempel, weer veilig op de thuisbasis waren. De muziek van Ravel klonk net wat meer gehaast, een fractie sneller dan op de plaat. Het zal de opwinding van de avond geweest zijn.

Na de pauze stond het hoogtepunt van de avond gepland: L’Enfant et les Sortilèges, dat Ravel schreef op een tekst van Colette. Er zijn bijzondere ensceneringen gemaakt, overal ter wereld, waar ontwerpers zich mochten uitleven op kostuums voor een klok, een boom, haardvuur en een chinees theekopje.

Bij deze uitvoering kwam de enscenering uit een rijk gemeubileerd ‘poppenhuis’. Als je het programmaboekje – met haastig gemaakte aanvulling over drie ‘vergeten’ solisten’ – had gekocht, kon je het niet weten, want ze stonden er niet in, de makers van Opera O.T die het decor bedachten en bespeelden.

Het team van Gerrit Timmers had, schipperend met de ruimte op het podium en de mogelijkheden van deze productie, een minidecor gebouwd waarin de handelingen zich afspeelden. Een groot videoscherm boven het orkest liet alles tot in detail zien.

Een frêle ‘enfant’ bewoog door de ruimte, voortbewogen door de stevige knuisten van Timmers, en trof een kunstig gemaakt theekopje en vervaarlijk bespeeld vuur uit de haard. Het had iets aandoenlijks, een tikje ‘Theo en Thea’, maar het werkte in de moeilijk te ensceneren Doelenzaal en paste prima in de losse sfeer van deze avond.

De solisten, die op monitoren voor zich konden meekijken wat er op het grote videoscherm achter hen gebeurde, schoten regelmatig in de lach bij het zien van de beelden van het O.T.-team.

Die negen solisten waren uitstekend gecast, deels uit het team dat ook voor EMI de opera enkele jaren geleden opnam onder leiding van Simon Rattle. Nathalie Stutzmann, die er van zichzelf niet uit ziet als iemand die op een podium graag gek doet en juist daardoor buitengewoon komisch was, zong met haar fraaie alt Maman en de Libellule.

Martijn Cornet moest de razendsnelle Franse teksten van l’Horloge comtoise doen en scoorde daar een gulle lach uit de zaal mee. Hij vormde met Renate Arends de Nederlandse inbreng in de solistenrij.

Bariton Paul Gay stond vlak voor me op het podium, en was goed, zelfs zeer goed te horen, want ik zat in de aanvliegroute van zijn majestueuze volume. Aline Kutan coloratuurde verukkelijk als le Feu en haar buurvrouw Karina Gauvin had de grandeur van een diva met dito stem bij haar vertolkingen van la Princesse en le Rossignol.

Jean-Paul Fouchécourt, zeer ervaren in deze opera, zette stevig aan, en zijn humor werkte. Magdalena Kožená, bescheiden gekleed en bescheiden op het podium, zocht in het begin de steun van de partituur. Met onschuldige ogen zette ze de rol van l’Enfant neer. Een prima geluid, mooie dictie en een perfect getimed ‘maman’ aan het slot, ze was een genoegen om naar te kijken en luisteren.

Maar de ster was Yannick Nézet-Séguin, die zijn inmiddels gevestigde imago van enthousiast, vaardig, beminnelijk en oer-muzikaal dirigent weer meer dan waarmaakte. Hij kent de partituur en kent zijn orkest door en door en de verbinding die hij vanuit die kennis maakt, levert unieke momenten op van muziek en plezier.

De vakantie is voor dirigent en orkest nog niet aangebroken. Aanstaande zondag speelt het RPhO onder Nézet-Séguin een programma met veel Brahms in Parijs. Komende zomer dirigeert de Canadees onder meer een met sterren bezette Cosi fan tutte in Baden-Baden. In augustus worden door de combinatie het Amsterdamse Concertgebouw aangedaan (17) en de Rotterdamse Veerhaven (25).

Tips voor de komende dagen:

Zaterdag 2 juni om 19 uur: Puccini’s opera La Bohème in Kantine Walhalla. Regie: Timothy Nelson, door de Opera Studio Nederland.

Zondag 3 juni om 15 uur in de Doelen: Magdalena Kožená onder de titel Rêve d’amour een recital van liederen in de Doelen, begeleid door Malcolm Martineau.

Vorig artikel

Mijnssen ensceneert Entführung in Essen

Volgend artikel

Opera in de media: week 23

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

1 Reactie

  1. Els
    3 juni 2012 at 20:44

    Genoten heb ik van: L’Enfant et les Sortilèges. Soms wist ik niet meer waar ik naar moest kijken. De solisten, het poppenspel, de Nederlandse vertaling en dan nog het koor. Het poppenspel was ontroerend en pas later begreep ik dat het nog live werd uitgevoerd. Mijn complimenten!! De solisten gingen subliem in hun rol op. Kozena stak ook letterlijk haar tong uit en ontroerd zong ze als laatste Maman met tranen in haar ogen. Het publiek was zeer enthousiast gezien het lange applaus.