Opera over de grens
In de regelmatig terugkerende rubriek ‘Opera over de grens’ worden belangrijke premières die onlangs in internationale operahuizen plaatsvonden op een rijtje gezet. Deze keer een wereldpremière in Berlijn, kaskrakers in Londen en Milaan en een Pool in Parijs.
Afgelopen zondag (21/6) had de Komische Oper in Berlijn sinds 19 jaar weer een wereldpremière. Uitgevoerd werd Hamlet van Christian Jost. Berlin Online berichtte dat de productie, geregisseerd door intendant Andreas Homoki, met groot applaus ontvangen werd.
De in Trier geboren Jost verwerkte het stuk van William Shakespeare tot twaalf ‘muziekdramatische tableaus’. Homoki koos voor een grauwe bühne, met alle personages in het wit en het ‘Chor der Geister’ in het zwart.
In tegenstelling tot het publiek had Gerald Felber van Kölnische Rundschau zijn twijfels over het nieuwe werk. „Eigenlijk werd er niets echt nieuws ten gehore gebracht”, schreef hij. Wel was hij enthousiast over de ‘indrukwekkende’ vertolking van de titelrol door Stella Doufexis.
Ronduit negatief was Manuel Burg in Die Welt. Volgens hem hadden de componist en de regisseur niets nieuws of opmerkelijks neergezet. Het was naar het idee van Burg allemaal niet origineel genoeg. „Een ongeïnspireerd klinkende Shakespeare-variatie.”
Royal Opera House
Allesbehalve vers van de componistentafel was de productie die op 18 juni in Londen begon: voor de zoveelste keer sinds 1994 ging bij het Royal Opera House La Traviata in de regie van Richard Eyre in première. Het interessante zat hem daarom vooral in de cast: Renée Fleming als Violetta, Joseph Calleja als Alfredo en Thomas Hampson als Giorgio Germont.
Fleming kreeg over het algemeen positieve reacties in de Engelse kranten. Volgens Edward Seckerson van The Independent beschikt zij over iets dat andere diva’s als Gheorghiu en Netrebko niet hebben: „Een rijkdom aan ervaring en stilistische kennis”.
„Ze heeft alles volledig onder controle”, schreef George Hall in The Guardian. „Ze overwint de enorme moeilijkheden in haar grote solo in de eerste akte met zekerheid en behoudt een sterke klank, met mooie kleuren. Dramatisch gezien ontbreekt het haar nooit aan initiatief.”
Andrew Clark van de Financial Times zag het – ondanks haar knappe vocale prestatie – anders. „Fleming’s Violetta is zielloos”, schreef hij.
Dan was hij over Calleja meer te spreken. Net als de overige recensenten overigens. Volgens Clark klonk de stem van de tenor altijd persoonlijk; Seckerson vond hem ‘fantastisch volwassen’.
Hampson’s grote aria in de tweede akte werd door meerderen als hoogtepunt aangemerkt en dirigent Antonio Pappano kreeg – zoals zo vaak het geval – weer vele lofuitingen toebedeeld.
Teatro alla Scala
Rond dezelfde tijd als Londens Traviata maakte Milaan zich op voor ook zo’n ‘good oldie’. Op 20 juni begon men in het Teatro alla Scala namelijk met een reeks van Aida, onder muzikale leiding van Daniel Barenboim.
Het ging om een productie van Franco Zeffirelli, die in 2006 de opening van het seizoen was (en waarin destijds Robert Alagna boos van het toneel liep toen men hem uitjauwde).
Boe’s waren er dit keer weer te horen. Volgens het blog Opera Chic kregen Anna Smirnova (Amneris) en dirigent Barenboim er het meeste van langs. Andere solisten waren onder andere Maria José Siri als Aida en Walter Fraccaro als Radames.
Opéra National de Paris
In de Opéra Bastille van Parijs konden liefhebbers op 18 juni genieten van de première van King Roger, een opera van de Poolse componist Karol Szymanowski, die in 1926 in Warschau in première ging.
De Opéra National de Paris had een voortreffelijke cast bijeengebracht, vond Mathias Lehn van www.opera-collection.net. Mariusz Kwiecien, Eric Cutler, Olga Pasichnyk en Stefan Margita waren namen die er bij hem uitsprongen, evenals dirigent Kazuhi Ono.
De regie van Krzysztof Warlikowski was volgens Lehn niet bepaald subtiel. „Het was nogal moeilijk om je te concentreren op de zang en het acteren van de hoofdrolspelers”, schrijft hij.