Operarecensie

Operadagen 2013: Kleine Katia Kabanova

Onder het thema ‘(R)evolutie – Vrijheid’ wordt van 25 mei tot en met 2 juni 2013 de Operadagen Rotterdam gehouden. Met recensies en reportages bericht Place de l’Opera over een selectie uit het programma. Katia Kabanova bleek een kleine maar rake versie van Janáčeks opera.

Scène uit Katia Kabanova (foto: Richard Schroeder).
Scène uit Katia Kabanova (foto: Richard Schroeder).

Het verhaal van Katia Kabanova past mooi in het festivalthema van dit jaar: ‘vrijheid’. Katia is gebonden aan echtgenoot Tichon en haar bazige schoonmoeder Kabanicha, voelt passie voor haar geheime liefde Boris en eindigt met een sprong in de rivier. Of je vrijheid vindt door een einde aan je leven te maken, is daarbij de vraag, maar zo steekt het verhaal dat door Leoš Janáček op muziek werd gezet in elkaar.

De dood kondigt zich in de voorstelling die André Engel regisseerde voor het Théâtre des Bouffes du Nord al eerder aan als een lijkkist op het podium verschijnt. Katia Kabanova is volgens het programmaboek ‘een voorstelling op de grens van opera en theater’. Het is opera, maar het is klein. Het is door de manier van ensceneren en de personenregie toneelachtig en op sommige momenten, als de zangers een ‘soloaria’ hebben, lijkt het bijna een liedrecital. Dat komt ook door het ontbreken van een orkest en het gebruik van een piano.

De eerste tien minuten was dat ontbreken van een orkest een heel manifest gemis. In deze kleine Katia zijn alle rollen bezet, maar wordt de muziek alleen gespeeld door pianist Nicolas Chesneau. Hij deed dat heel zorgvuldig, bracht de kleur en toon van Janáčeks muziek tot klinken en steunde met zijn spel de zangers.

De keuze voor alleen piano – wat deze voorstelling heel speelbaar maakt in kleinere zalen en budgettair gezien kansen oplevert – is niet alleen een verslechtering. Het is vooral anders. Ik kreeg de indruk dat de zangers door die ene piano net wat meer energie konden inzetten voor hun spel, energie die anders gaat zitten in het tegen een orkest aan zingen. Het maakt het ook lastiger, lijkt me. De vulling die muziek geeft aan een scène is bij alleen piano magerder en dat vraagt van de spelers meer acteerkwaliteit.

Sopraan Kelly Hodson, geboren in Canada, droeg qua spel en zang de voorstelling. Ze had een bijna onschuldige uitstraling, een soort naïviteit, maar er schuilde ook passie en lust in haar. Waar ze als een jong meisje zich hardop afvraagt waarom mensen niet, zoals de vogels, kunnen vliegen, is ze in haar scène met Barbara sensueel, handtastelijk en onverholen erotisch. Zo is het ook bij het vertrek van echtgenoot Tichon, als die op reis gaat. Onder misprijzen van diens moeder vliegt ze haar man om de nek voor een hartstochtelijk afscheid.

(Foto: Katia Kabanova)
(Foto: Katia Kabanova)

Haar geheime liefde Boris was een fletse, kleurloze rol van José Canales. Zelden een tenor gehoord die me zo snel ging irriteren. Er zat heel weinig ruimte in zijn hoogte en hij klonk geknepen.

Zijn moeder Kabanicha was vocaal in goede handen bij Elena Gabouri. De Russin had een stuurse kop, die deed denken aan de vrouwen op schilderijen van Pyke Koch. Ze stuurde haar mezzo naar grote verontwaardiging, al lukte dat in haar spel wat minder. Door heel hard op laarsjes over het podium te stampen ben je nog niet een autoriteit.

In de regie kreeg ze een kinky randje in de scène met de handelaar Dikoj, waar ze een rijzweepje hanteerde. De ‘spanking’ geschiedde tot kennelijk wederzijds genoegen, wat verder discreet onbelicht bleef.

Opvallend vocale kwaliteit bood Jérôme Billy als de onderwijzer Koudriach. Zijn tenor was mooi donker, uiterst soepel en ondanks zijn kleine rol droeg hij bij aan de kwaliteit van de voorstelling.

Het glas was half leeg bij deze Katia als het gaat om de muziek, die met alleen piano wat schraler is dan met een orkest. Half vol was het in het spel, de gedetailleerde personenregie van André Engel, het licht en het decor.

In de zaal zat een groep jonge leerlingen van een theateropleiding, die geconcentreerd luisterden en keken. Op weg naar huis, al enige straten verwijderd van de schouwburg, hoorde ik wat pogingen tot opera-uithalen, in de sfeer van wat ze net gezien en gehoord hadden. Dat was dan toch maar mooi binnengekomen.

Vorig artikel

Discografie: Die Meistersinger

Volgend artikel

Gratis bij Sonostream.tv: Händels Orlando

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

1 Reactie

  1. Leen Roetman
    31 mei 2013 at 17:23

    Hoe je met minimale middelen maar met uitstekende zanger-acteurs een goede voorstelling kan geven. Thuisgekomen nog even geluisterd naar Kata met orkest….ja het orkest had ik toch wel gemist.