Operarecensie

Operadagen 2013: Leonore’s Fidelio

Onder het thema ‘(R)evolutie – Vrijheid’ werd van 25 mei tot en met 2 juni 2013 de Operadagen Rotterdam gehouden. Met recensies en reportages bericht Place de l’Opera over een selectie uit het programma. Gastrecensent Marc van der Heijde zag Leonore’s Fidelio en liet zich – ook letterlijk – meevoeren.

(Foto: Lies Colman)
(Foto: Lies Colman)

Eigenlijk staat Leonore gelijk aan Fidelio; ze zijn dezelfde persoon. Maar misschien is er ook wel een Fidelio van onze hand. De voorstelling is een niet mis te verstane uitnodiging om gevangenschap door politieke omstandigheden altijd op een menselijk en individueel niveau te blijven beschouwen.

Beethovens Fidelio stelt universele waarden centraal; vrijheid, trouw, gerechtigheid. Zijn heldin Leonore riskeert haar eigen leven om haar geliefde Florestan uit politieke gevangenschap te bevrijden. In het kader van het vrijheidsthema van Operadagen Rotterdam is een uitvoering een logische gedachte. Zeker wanneer Justitie de inmiddels verlaten Penitentiaire Inrichting Noordsingel ervoor ter beschikking stelt.

De makers van het Kameroperahuis hebben zich bevrijd van de ketenen om Beethovens muziek zo veel mogelijk naar deze omstandigheden te vertalen. In plaats daarvan projecteren ze met name zijn thematiek op onze actualiteit; op de positie van vluchtelingen, vreemdelingen, illegalen.

Componist Falk Hübner zei eerder in een interview met Place de l’Opera: “Het wordt het meest fascinerend als je zonder al te veel herinneringen aan het origineel de gevangenis binnenkomt.” Dat treft: ik heb de opera in uitvoeringen van Klemperer en Zinman beluisterd, en hoewel Beethoven voor mij de Componist Boven Alle Componisten is vanwege zijn menselijkheid, heeft dit werk zich nog niet geworteld in mijn begrip van de grote man.

Maar het wordt al snel duidelijk dat Beethoven geen hoofdrol heeft. Niet alleen vanwege zeer spaarzaam gebruik van zijn muziek, maar vooral vanwege het feit dat de lijfelijke aanwezigheid in een gevangenis een indruk maakt die zwaar weegt op de toevoeging van tekst, muziek en enscenering.

De makers hebben dat goed weten op te pakken. Door Justitie-personeel begeleid (of zo doet men ons geloven) staan we in rijen achter een witte lijn te wachten totdat we groepsgewijs verder mogen. Met nadruk wordt gesteld dat stilte de norm is. Als we dan uiteindelijk de gallerij betreden, krijgt ieder een cel toebedeeld en valt de deur achter me dicht. De dramatische waarde daarvan is vele malen groter dan een indrukwekkend theaterdecor.

Ik neem de ruimte in me op. De spaarzame aankleding, het matglas in de raampjes. Ik ga aan een kleine muurtafel zitten. Uit de luidspreker klinken strakke tonen, en later voegt een vrouwenstem daar zingend een tekst aan toe. Deze ligt ook voor me, als een brief. Zij, Leonore, speekt mij, Faisal, toe. In haar wereld klinken soms vogelgeluiden, zij is vrij. En toch ook weer niet, want ik zit binnen en dat houdt haar gevangen. De luidspreker vervormt de tonen. Tonen in mono. Monotoon.

Ik mag naar de centrale hal, met bewakerspost. Bewakers vormen een muzikaal trio, met pianoklanken uit een keyboard, mededelingen via de intercom, de geluiden bij het koffiezetten. Percussie benadrukt het gevangenisprotocol; zo horen zaken te gaan, in een vast ritme. De bewakers zijn net zo goed gevangenen van hun situatie, klem in procedure en gedragscode. Alleen de cello, het instrument dat het dichtst bij de menselijke stem ligt, biedt warmte en troost met haar lange lijnen. Ik vermoed dat de cello Leonore heet.

Leonore's Fidelio (foto: Lies Colman).
Leonore’s Fidelio (foto: Lies Colman).

We worden naar een donkere gang geleid, met cellen links en rechts van ons. Eén cel staat open. We zien een vluchteling als gevangene. Hij draagt een t-shirt met ‘I love NY’ erop. Vrijheid zo dicht op de huid, en toch zo ver weg. Een bewaakster spreekt hem aan, laat compassie doorschemeren. Hij wordt kwaad: behandel je me als een mens? Ze toont hoe serieus ze is, door haar uniform uit te trekken, en hem als vrouw aan te spreken. Hoe strafbaar dit ook is, ze wil hem redden. Ik vermoed dat de bewaakster Leonore heet.

We wachten op toestemming om de ruimte te verlaten. Via de centrale hal lopen we tenslotte door de ‘gang van de uitgeprocedeerden’ naar buiten. Een koor zingt ons toe vanuit kleine ruimten aan weerszijden: ‘O wat een vreugde, in de open lucht.’ Faisal/Florestan gaat ons voor. Het voelt vreemd om zomaar de straat op te lopen.

Ik bedenk: we lezen de berichtgeving in de krant, zien de beelden op tv, maar hoe dichtbij het ook komt, je blijft ernaar kijken vanuit de onbewuste gedachte dat ‘mij dit niet kan overkomen’. Ik vermoed dat zo’n gedachte ook door het hoofd van vele vluchtelingen is geschoten. En toch bevind je je opeens in een Nederlandse cel. Ik. Zij.

Vorig artikel

NBE blaast Reisopera wind in de zeilen

Volgend artikel

Operadagen 2013: Moby Dick – Het Concert

De auteur

Marc van der Heijde

Marc van der Heijde

2Reacties

  1. Leen Roetman
    3 juni 2013 at 22:19

    Een leuke afsluiter van de Operadagen Rotterdam, passend bij het karakter van het festival: laagdrempelig, niet pretentieus, verrassend.

  2. Leen Roetman
    3 juni 2013 at 22:28

    Correctie: Opera Gala als leuke afsluiter (sorry, verkeerd gepost).
    ‘Fidelio’ was weer een treffende vondst hoe je een aansprekende buitenlocatie als muziektheater kunt gebruiken.
    Wat heb ik weer veel plezier beleefd aan de Operadagen! Bravo!!!
    En als ik de krant van vandaag lees: er moeten meer mensen naar theater en de opera gaan, en literatuur lezen (Hugo Claus bijvoorbeeld), anders snap je helemaal niet meer hoe de wereld in elkaar steekt!