Ouderwets genieten van diva Gheorghiu
Het Koninklijk Concertgebouw bestaat 125 jaar en viert dat met een aantal bijzondere concerten. Dinsdagavond stond wereldster Angela Gheorghiu (48) op het programma. De diva liet in een fraai programma oude tijden herleven.
De Roemeense sopraan Angela Gheorghiu heeft met drie officiële optredens in Nederland (onder meer met Roberto Alagna op 20 februari 1997 in hetzelfde Concertgebouw) niet direct een hoog ’track record’. Dat zal wellicht ook de reden zijn geweest waarom er nog relatief veel kaarten beschikbaar waren voor afgelopen dinsdag. Iets wat ontzettend zonde is, want het concert van Gheorghiu was op vele vlakken een zeer bijzondere aangelegenheid voor het Nederlandse operapubliek.
De bijzonderheid lag hem naast de programmering en het unieke dat een wereldster Nederland aandoet vooral in de muzikale kant van het concert. De sopraan heeft een bijzonder mooi stemgeluid, over haar hele register egaal van klank, en ze kan er op geheel eigen wijze mee schilderen. Haar stem is niet erg luid, maar wel van een dergelijke pracht dat het gebrek aan volumne volledig wordt gecompenseerd. Gheorghiu forceert haar stem op geen enkel moment, wat op zichzelf ook al bijzonder genoemd kan worden vandaag de dag.
Na de fris gespeeld ouverture van Le nozze di Figaro begon het vocale gedeelte van het concert met de wereldberoemde aria ‘Ombra mai fu’ van Händel. In deze aria moesten de stembanden nog warm worden en behalve dat is Händel niet het repertoire waarmee Gheorghiu (die overigens het grootste deel van het concert een beetje teleurstellend van blad zong) nu echt beroemd geworden is.
De aria werd gevolgd door een prachtig beheerst gezongen ‘Deh vieni, non tardar’ uit Mozarts Figaro. Haar stem werd duidelijk warmer en soepeler.
Na een heerlijk Carnaval Romain van Berlioz – verzorgd door het accuraat spelende Gelders Orkest onder de leiding van Ramon Tebar, de vaste dirigent voor Angela bij dit soort optredens – stond het eerste bijzondere stuk op het programma: een aria uit de bijna nooit gespeelde opera Chérubin van Jules Massenet.
Gheorghiu pakte deze aria naar mijn smaak nog steeds wat voorzichtig aan, maar hier werden wel al de eerste contouren hoorbaar van wat komen zou. Haar slotaria voor de pauze was een prachtig gezongen ‘Lied van de maan’ uit Rusalka van Dvorák.
Na de pauze werd het concert naar een geheel nieuw plan getrokken. De ouverture uit Zampa, van de helaas nooit meer gespeelde componist Hérold, was een feest om te horen. De in zijn tijd uiterst populaire opera valt volledig in de traditie van de vroege ‘grand opéra’.
Na dit feestelijk begin van het tweede deel vervolgde de diva het concert in een geheel nieuwe, gewaagd zwarte concertjurk. Het wederom beheerst gezongen ‘Adieu, notre petite table’ uit Manon werd opgevolgd door een indrukwekkend dramatisch gezongen ‘Pleurez, pleurez mes jeux’ uit Le Cid van Massenet. Deze indrukwekkende aria, met prachtig klarinetspel, deed me naar meer verlangen uit deze opera. Gheorghiu liet hier haar stem ook eindelijk vol klinken. Voor mij was dit het hoogtepunt van het officiële gedeelte van het concert.
Het slot van het concert ving aan met een lichte siddering die door de zaal heen gonsde, omdat de ster zich in een derde, nu gewaagd rode jurk had gehuld. Na een iets zwakker uitgevoerde aria uit La Vestale van Spontini zong de diva de nooit op dit soort concerten ontbrekende kaskraker ‘O mio babbino caro’ uit Gianni Schicchi van Puccini. Ze sloot het concert af met een prachtig gezongen ‘Ebben? Ne andrò lontana’ uit La Wally van Catalani.
Na het officiële gedeelte van het concert werden er uiteraard nog wat toegiften gegeven. De eerste was voor mij het uiteindelijke hoogtepunt van het concert: het aan de onlangs jong overleden Jeroen Willems opgedragen ‘Ave Maria’ uit Otello van Verdi. Het Gelders Orkest begeleidde Gheorghiu in deze aria ontroerend etherisch, terwijl Angela boven zichzelf uitsteeg. Ze hield de zaal muisstil en zong de ontroerende melodie zoals ik die zelden heb gehoord.
Haar tweede toegift was een Roemeens volksliedje, heel knap a capella gezongen. Het mooie was dat we hier, door het ontbreken van enige orkestrale afleiding, het beste haar ware, geheel eigen stemgeluid konden horen. Zo puur en prachtig van klank! Je kon een speld horen vallen.
De laatste twee toegiften waren echte uitsmijters. De rode jurk bleek bij de voorlaatste te horen. Net als haar illustere Roemeense collega, de Koningin van de Matinee Nelly Miricioiù, zong Gheorghiu ‘Granada’ van de Mexicaan Agustín Lara. En tot slot klonk het overbekende ‘Non ti scordar di me’ (vergeet me niet).
Al met al was dit een operaconcert van wereldklasse, met een bijzonder fraai programma en een echte diva die oude tijden deed herleven.
Zie voor meer informatie over de jubileumconcerten en andere concerten de website van het Concertgebouw.
22Reacties
Ach, heerlijk zo’n echte diva. Met de kokette gebaartjes, het overdreven gezwaai op de trap en de wisselende jurken. Ik ben niet helemaal oud genoeg om te weten of ‘oude tijden herleefden’, maar heb wel intens genoten. Zeer accurate recensie, wat mij betreft. Het Ave Maria, opgedragen aan Jeroen Willems (met wie ze ooit voor toen nog koningin Beatrix heeft opgetreden) was inderdaad zeer ontroerend. Enig minpuntje van de avond: de uitgedeelde teksten op velletjes a-4. Dat geknisper is hoogst irritant. Pas na drie keer boos kijken hield de achterbuurman eindelijk zijn papiertje stil. Suggestie: of geef iedereen een E-reader of stop met het uitdelen van de teksten. Dat voorkomt een boel ergernis. Ik ben een vreedzaam mens, maar had de achterbuurman bijna een klap verkocht …
Ik heb regelmatig zin om geburen in de opera een klap te verkopen…
Een operaconcert van wereldklasse? Ik vond het een aanfluiting! De recensent vindt het “een beetje teleurstellend” dat Gheorghiu het grootste deel van het concert van blad zong. Zeg maar rustig dat het ongehoord is. Van mijn zanglerares moeten de leerlingen op uitvoeringen uit het hoofd zingen en zo hoort het ook. Maar zelfs de kortste aria’s van een paar regels die iedere operaliefhebber zo nazingt kende Gheorghiu niet uit het hoofd. Gevolg was dat de levendigheid en de inleving beneden peil waren. Heel vaak zat Gheorghiu bovendien niet op een lijn met het prima spelende orkest. Blijkbaar was er niet of nauwelijks samen gerepeteerd. In Pleurez mes yeux, potentieel het dramatische hoogtepunt van de avond, kan Gheorghiu nog heel veel van Callas leren wat timing en inleving betreft. Pas bij O mio babbino caro en de aria uit La Wally ging ein-de-lijk de lessenaar aan de kant en ein-de-lijk stond daar de grote zangeres in volle glorie, haar bijzondere stem opende zich. Ave Maria en het Roemeense lied vond ik ook prachtig. Granada en Non ti scordar bracht zij bijna te uitbundig, maar goed het waren toegiften en dan schijnt het te mogen. Al met al een zeer onevenwichtige avond.
Angela Gheorghiu, een echte diva – en dat bedoel ik allesbehalve negatief – begon nogal voorzichtig, vond ik. Pas na de pauze en m.n. in de toegiften kwam ze wat los. De stem bleek kleiner dan ik me herinnerde van haar optreden van een jaar of acht geleden in “De Doelen”. Misschien omdat mijn verwachtingen zo hoog gespannen waren was ik uiteindelijk lichtelijk teleurgesteld. Petje af overigens voor het Gelders Orkest en de dirigent. Ik had maanden geleden via internet de op dat moment beste, nog beschikbare kaarten, rij 28, gekocht, maar bleek die – nu er in een later stadium ineens weer veel betere plaatsen beschikbaar waren (teruggekomen van sponsoren?) – aan de kassa niet te kunnen ruilen. Waarom kan men voor de teksten trouwens niet de boventiteling gebruiken? Toen de zangeres na bijna drie kwartier nog niet was verschenen voor de signeersessie na afloop, we te horen kregen dat die sessie slechts een halfuur mocht duren en dat mevrouw Gheorghiu (daarom?) niet zou poseren met handtekeningenjagers heb ik het – alhoewel voor in de lange rij staande – maar voortijdig voor gezien gehouden.
Beste meneer de Haan,
Zelf stond ik ook in de rij voor de signeersessie na afloop en ben des ondanks het lange wachten gebleven. Het heeft inderdaad een tijd geduurd voor zij überhaupt kwam opdagen maar de sessie was dan ook een stuk langer dan een half uur. Ook poseerde Angela netjes en goed gehumeurd met haar enthousiaste fans. Ik vind het dan ook zeer vreemd dat U is verteld dat zij niet zou poseren.
Beste meneer Chris,
De mededeling kwam van een suppoost. Op het moment van ons vertrek was het 23.20 uur en wij hadden nog 1 uur te rijden, dus vonden we het welletjes, zeker als we toch niet met haar op de foto zouden mogen. Destijds in Rotterdam heeft ze ook lang op zich laten wachten maar bleek alleraardigst te zijn en ik heb er toen een paar leuke foto’s van en met haar aan overgehouden.
Het verbaast me in verschillende reacties te lezen dat Gheorghiu pas na de pauze op stoom kwam. ‘Het lied van de maan’ was toch prachtig gezongen? Dat ze veel van blad zong, was misschien teleurstellend, maar om daar nou zo’n heisa van te maken (Gert-Jan) en het concert gelijk maar een ‘aanfluiting’ te noemen. En in tegenstelling tot veel anderen in de zaal sloeg zij de velletjes tenminste geluidloos om ;>)Overigens wil ik me bij meneer De Haan aansluiten met zijn lof voor het Gelders orkest. Inderdaad ‘petje af’.
Na de bijzondere voorstelling van afgelopen zaterdag (Julia Lezhneva in Alessandro) vond ik dit veel minder spectaculair, maar heb alsnog genoten (mede dankzij het hele gebeuren eromheen).
Ze zouden die velletjes papier inderdaad moeten verbieden!
Alleen al Angela te horen vocaliseren zou al vermogen mij op te winden maar desondanks bleef mijn onderscheidend vermogen kennelijk voldoende intact, en wel in die zin dat mijn bevindingen volledig sporen met die van Lennaert van Anken. Het bleef ook vandaag nog lang onrustig in mijn hoofd.
P.S.: mijn ervaringen zijn die als luisteraar naar de radio -uitzending. In dit verband: klopt mijn indruk dat de toegiften
(aangenaam) dichterbij de microfoons werden gezongen dan het voorafgaande?
Niet eerder zag ik een grotere aanstelster in het Concertgebouw als dinsdagavond. Hoe is het mogelijk dat je niet in staat bent om die paar regels van Ombra mai fu (ze liet het recitatief voor het gemak alvast weg) uit het hoofd te zingen en dan nog zó ongenadig vals. Inzingen doe je volgens mij in de kleedkamer en niet op het podium.
Het werd na drie aria’s gelukkig wel een beetje beter, maar echt fantastisch werd het nergens en dat is mede te wijten aan het feit dat ze de hele avond met haar hoofd in de partituur zat. Foute keuzes vond ik de aria’s uit Le Cid en uit La Vestale. Ik mag toch aannemen dat Gheorghiu de Callas opnamen van deze aria’s wel eens gehoord heeft en dan hoeft ze die natuurlijk niet te imiteren, maar een klein beetje meer interpretatie en muzikaal begrip zou hier op z’n plaats zijn.
Ik vond het een aaneenschakeling van wel aardig gezongen aria’s gevolgd door veel gezwaai met twee armen uit drie jurken!
Wat betreft het kijken van Angela op de bladmuziek: ik denk dat het misschien niets met haar geheugen heeft te maken. Angela heeft erg veel last van zenuwen, dus misschien is het meer een uitvlucht en veilig gevoel om niet alleen maar in de intimiderende hal van het Concertgebouw te kijken. Maar wie weet zit ik er helemaal naast.
Ik bedenk me nog, dat het Gelders Orkest o.l.v. Ramon Tebar werkelijk heerlijk speelde en de keuze van de Carnaval Romain van Berlioz en ouverture Zampa van Hérold de terechte waardering van het publiek mocht ontvangen.
Zonde en jammer was het wel, dat Ponchielli’s Urendans uit La Gioconda werd vervangen door nummer twee en drie uit het rijtje van de zogenaamde “opvullers bij operaconcerten”
Nummer 1 in die rij, de Forza ouverture bleef ons gelukkig bespaard, maar het eeuwige intermezzo uit de Cavalleria Rusticana, direkt gevolgd door het intermezzo uit Manon Lescaut zouden langzamerhand een tijdje verbannen moeten worden uit de concertzalen in de wereld. Mooi hoor, maar dan kan je ook een CD opzetten.
@Onno. Ik vond het lied van de maan “wel aardig gezongen” om de woorden van Hans van Verseveld te gebruiken, meer ook niet. Luister eens naar Lucia Popp in al haar eenvoud, ook op youtube te zien.
Wat mij weer eens verbaasde is de kritiekloze houding van het publiek in het algemeen en deze dinsdag in het bijzonder. Gheorghiu werd al onthaald op een ovationeel applaus, er stonden nog net geen mensen op. Met haar wisseling van jurken en langdurige opkomsten aan de arm van de dirigent won zij waarschijnlijk de harten van een groot deel van het publiek. Als het op de manier van zingen en presenteren aankomt herkennen blijkbaar maar weinig mensen echte kwaliteit op het podium. Vergelijk Gheorghiu eens met Bartoli, Gruberova, DiDonato, Terfel, Stotijn, om er een paar te noemen. Bij die zangers zie en beleef je echt iets heel anders.
@Gert-Jan: dank voor je tip. Ik ga ‘het lied van de maan’ in de versie van Lucia Popp zeker beluisteren. Ik verheug me erop. Maar zou een beleving van een concert ook ‘gewoon’ kunnen verschillen, zonder dat mensen die ergens wel van genieten, gelijk ‘kritiekloos’ hoeven te zijn. Ik moet bekennen – daar begon ik mijn eerste reactie mee – dat ik het gedoe met de jurken, de gebaartjes en het zwaaien juist zeer amusant vind. Ik stoor me er niet aan. Sterker nog, ik vind het bijna een meerwaarde van een concert. Heerlijk, dat divagedrag. Maar los daarvan: er is nog veel meer waarvan ik deze avond heb genoten. Ik was het eens met de recensent over het stroeve begin, maar – nog afgezien van het sterke Gelders Orkest – wist Gheorghiu mij diverse malen te ontroeren, met als absoluut hoogtepunt het ‘ave aria’ uit Otello, opgedragen aan Jeroen Willems. Dit betekent niet dat ik Bartoli (ik verheug me enorm op haar concert), Gruberova of DiDonato (bij Stotijn ligt dat wat anders) minder of niet zou waarderen. Ik verbaas me regelmatig over het zwart-wit denken, ook op dit forum, onder operaliefhebbers. Waarom zou je niet kunnen genieten van een diva-avond met Gheorghiu en tevens verlangend kunnen uitzien naar Bartoli in november?
@Gert-Jan (en anderen): op het gevaar af dat mijn bijdrage te lang wordt, zou ik aan het voorgaande graag nog iets willen toevoegen. Regelmatig wordt in recensies en ook op dit forum gebruik gemaakt van het woord ‘kwaliteit’. Ik merk dat ik deze term steeds meer een lege huls, een loos woord, ga vinden. Wat is kwaliteit? Mijn maatstaf is dat ik door muziek (met of zonder zang) wordt geraakt. Als ik word geraakt, dan is het voor mij goed. Heeft het kwaliteit.
Deze gedachte wordt nog versterkt door de discussie die onlangs op dit forum plaatsvond n.a.v. de Trovatore matinee. De ene professionele recensent roemde het koor, zijn net zo professionele collega kraakte het koor tot de grond af. Misschien moet de conclusie wel zijn dat ‘kwaliteit’ een subjectief begrip is, niet een vaststaande, voor iedereen geldende, waarheid.
@Onno – er gaat niets boven een eigen belevenis.
Mij geliefde Rusalka is (naast de onvergetelijke Lucia Popp) een andere Slovaakse sopraan, Gabriela Beňačková.
http://www.youtube.com/watch?v=Qul0b3e631k
Een jaar of …. ? geleden zong zij Maddalena in Andrea Chenier bij ZaterdagMatinee.
@ Onno: Tsja, recensies. Herinnert iemand zich nog Carmen uit 2009 bij De Nederlandse Opera? Ik wil niet over de uitvoering zelf beginnen, maar heel aardig zijn de zeer uiteenlopende deskundigenverslagen. Ik heb voor de aardigheid 2 recensies bewaard in het programmaboek, want het zijn hele mooie voorbeelden. De recensie in Trouw was van Peter van der Lint en die in de Volkskrant van Roland de Beer. Waar Van der Lint in het orkest tot zelfs “bloedrode passie” hoort, vindt De Beer het nogal een “fletse” boel. Dirigent (Marc Albrecht)is geweldig (Van der Lint) of doet aan luchtzwaaien (De Beer). En de Carmen zelf (Nadia Krasteva) sneuvelt op vocaal onvermogen (Van der Lint), maar is ook een gouden greep (De Beer). En dan is er nog de mededeling dat de hier besproken versie van Carmen met de gesproken dialogen een misgreep is (Van der Lint) of juiste “de beste”(De Beer).
Nou ja, daar sta je dan, als eenvoudige liefhebber… Zie daar maar eens wijs uit te worden.
Zie in dit verband ook de recensies over de recente “Il Trovatore” in de zaterdagmatinee van JB op http://www.fwsh.blogspot.nl, van Basia Jaworski op http://www.operamagazine.nl (met de daaropvolgende commentaren) en van Paul Korenhof op http://www.opusklassiek.nl. Ik schreef het al eerder: “le journal c’est un monsieur”.
@Judith: veel dank voor de tip.
@Maria: fijn dat ik niet de enige ben die af en toe in verwarring raakt.
@Onno: kwaliteit is inderdaad ook een subjectief begrip, dat blijkt ook wel uit de discussie hier. Los van de vraag of je door een uitvoering geraakt wordt, wat wel heel subjectief is, vind ik het geen kwaliteit als orkest en solist niet voldoende samen oefenen. Zeker niet als het publiek daar tot 130 euro voor moet neertellen. Ik vind het ook geen kwaliteit als een zgn wereldster driekwart van een recital uit de partituur staat te zingen. Maar anderen blijkt het niet te storen. Herinnert iemand zich nog het laatste recital dat Montserrat Caballe in het Concertgebouw gaf (1997)? De gevierde sopraan had de hele tijd haar leesbril op en zong letterlijk alles uit de partituur. Ik vond het verschrikkelijk. Maar de mensen om mij heen klapten hun handen stuk.
Ik was teleurgesteld, heb haar zeker wel eens beter gehoord. Natuurlijk zijn er mensen die genoten hebben en die horen dan (gelukkig voor hen) niet wat er aan mankeert. Dat mag en moet ook een artiest is afhankelijk van een groot publiek. Het voordeel als je dat onderscheid wel kunt maken, is dat je dubbel geniet als er wel gezongen wordt zoals het moet, dan krijg je vleugels.