Operadagen: Remco Melles over Tosca
Operadagen Rotterdam biedt een programma met grote producties, maar er zijn ook kleine voorstellingen. Op donderdagavond speelde Remco Melles een speciaal voor hem geschreven monoloog over de opera Tosca. Een beeld van een man die authentiek reageert op de grote emoties in een opera.
Het is tegen half acht. Voor de deur van de Krijn Boon Studio, één van de kleine zalen van de Rotterdamse Schouwburg, staan de bezoekers te wachten om naar binnen te kunnen. Ergens achter in de rij staat een man. Hij kijkt om zich heen, een beetje nerveus. “Het zal zo wel beginnen”, mompelt hij, terwijl de laatste bezoekers komen aanlopen.
Dan gaat de deur vooraan open, de rij komt in beweging en de man sluit aan, op weg naar de zaal. Daar loopt de tribune vol, op de achtergrond klinkt het stemmen van een orkest en geroezemoes in een theater. Geluiden die betekenen dat er zo iets gaat beginnen.
De man uit de rij, die vooraan is gaan zitten, begint te praten. Hij loopt naar voren, naar een stoel op het podium. Terwijl het stemmen van het orkest op de achtergrond stopt en er applaus klinkt, zegt hij: “Er gebeurt niks en ze klappen al. En allemaal. En ik ook. Niet omdat het moet. Het gebeurt.”
Hij zit in de opera, in zijn zondagse pak, op donderdag. Naast hem zijn beste vriend Sjoerd. Die heeft een eigenaardige manier van klappen. De man doet het voor, met grote armbewegingen.
Vanuit zijn stoel kijkt acteur Remco Melles recht de zaal in, maar wat hij met zijn helblauwe, grote, verbaasde ogen ziet is opera. Tosca, van Giacomo Puccini. In een halfuur tijd voltrekt de opera zich in het theater waar de man zit. Hij leeft mee met Tosca en haar geliefde Mario, kijkt, observeert, maar neemt nergens afstand.
Bij hem geen cynisme, hij is geen snob. Zittend, later staand, komt elke emotie van het operapodium bij hem binnen. Diep betrokken is hij bij het verhaal van Tosca, en haar einde. Hij kijkt naar hoe ze haar geliefde Mario vindt, hoe ze hem bemint. “Je kunt haar tieten zien, maar daar heb ik niet naar gekeken”, zegt de man in de stoel.
Schrijver Peer Wittenbols, die onder meer theaterteksten voor Theater Oostpool maakte, schreef de monoloog speciaal voor Remco Melles. Die speelt hem prachtig. Grappig, maar zonder leuk te doen, aandoenlijk en door het ontbreken van effectbejag heel authentiek.
Opera was het niet, wat we zagen in de bovenzaal van de Schouwburg, al ging het daar wel over. Muziektheater? Kun je een man die praat en die een fragmentje opera laat horen zo noemen? Is er eigenlijk een kwantitatieve ondergrens aan het genre muziektheater?
Wat maakt het uit. Remco Melles liet een monoloog zien over het beleven van opera, in de meest letterlijke zin. Een verhaal met een mooie tekst en overtuigend spel, een man op een stoel, een beetje muziek: veel meer is er niet nodig voor wat in het klein een volwaardige bijdrage aan Operadagen Rotterdam is.
Een deel uit de monoloog staat op de website van schrijverspodium.be. Remco Melles speelt Tosca nog op vrijdagavond 23 mei om 21.30 uur. Zie voor meer informatie de website van Operadagen Rotterdam.