Vrolijke Franz brengt zangplezier
De vrolijkheid in het werk van Franz Schubert stond voorop, afgelopen zondag in de Rotterdamse Doelen. En vrolijk was het. Maar dan wel een vrolijkheid die niet afleidde van de kwaliteit van de muziek en de samenzang. Het werd een voor Nederland zeldzame Schubertiade, op hoog muzikaal niveau.
In de Rotterdamse Doelen vormt een rode sofa het symbool van een serie over moderne, hedendaagse muziek. In die ‘Red Sofa’-serie is dit seizoen werk van Louis Andriessen te horen, en pianist Ralph van Raat zal er vaak op plaatsnemen.
Maar muziek is universeel en daarom deden twee exemplaren van het theatrale meubelstuk zondag uitstekend dienst in de Jurriaanse Zaal, bij de ‘liedsalon met een zweem van melancholie’, zoals de ondertitel van de avond luidde. Het blijft wel Schubert.
De wat kale zaal werd dankzij de sofa’s, een stilleven met wijnflessen en glazen en aangepaste belichting voor een avond het decor van een echte Schubertiade. Het was de Oostenrijkse componist die zijn naam gaf aan die informele bijeenkomsten waarop gemusiceerd werd, maar waar ook een dichter zijn werk kon voordragen. De muziek was vaak net gecomponeerd en diende voor het vermaak van de gasten.
‘De vrolijke Franz’ was het motto van de avond. Geen zwaarmoedige verhalen van Heine en slechts één, licht melancholische, tekst van Goethe. Het was zo’n avond waarop je wat minder oog en oor hebt voor de technische kanten van de zang. Die zat wel goed, met op het podium bas Robert Holl en bariton Henk Neven. Dan heb je het over ‘t beste wat Nederland aan liedzangers kan bieden. Ze werden vergezeld door Holls echtgenote, sopraan Ellen van Lier, en twee leerlingen, de Poolse tenor Jan Petryka en de Wener Daniel Johannsen, ook tenor.
Op weg naar een tweede deel met drinkliederen klonken er in het eerste deel enkele vocale kwartetten. Schubert schreef ze voor vier mannenstemmen, omdat die het meest voorhanden waren in het ‘Konvikt’, het Weense keizerlijke college.
De avond opende met ‘Die Nachtigall’, een prachtig werk voor de vier stemmen. Daarna klonk het levendige mini-operaatje Die Advokaten en een lieflijk ‘Das Dörfchen’. Sopraan Ellen van Lier zong de rol van Therese in Der Hochzeitsbraten, ook al een mini-opera van de componist, wiens pogingen om grote opera te componeren tijdens zijn leven niet erg succesvol waren.
De vier heren, af en toe aangevuld met de sopraan van Ellen van Lier, zongen redelijk los van hun partituur, die in dit ook voor hen niet dagelijkse repertoire nodig bleef. Robert Holl hield het overzicht, gaf tempo en overgangen terughoudend aan en bleef ook vocaal bescheiden en zong zeer gedoseerd. Henk Neven is een krachtige bariton, die het middenveld bewaakte tussen de laagte van Holl en de twee tenoren links van hem. De samenzang deed me denken aan legendarische herenkwartetten uit de jaren vijftig, zoals de Four Freshmen en de Hi-Lo’s, die dezelfde vocale bezetting hadden.
Na de pauze volgde wat serieuzer werk, en een fraaie solo van pianist Roger Braun. Het verjaardagslied ‘Ständchen’ klonk, ooit bedoeld voor vrouwenstemmen, maar in deze eerste versie voor de lagere registers gecomponeerd. Daarna kwamen de drinkliederen, die geen eigen titel hebben, maar met een Deutsch-nummer worden aangeduid. Met ‘Zur guten Nacht’, dat presentator Lex Bohlmeijer vergeleek met het ‘Gute Nacht Freunde’ van de Nederlandse radio, eindigde het bijzondere optreden.
Maar heel zelden staat deze ‘Gesellschaftsmusik’ van Schubert voor meer stemmen op het programma in de Nederlandse concertzalen. De Doelen, Omroep Max en de Vrienden van het lied werkten samen in het op het podium brengen van de vijf uitstekende vocalisten. Meer dan ooit kan ik de opname die Omroep Max maakte aanbevelen.