Onstuimige Cavalleria, perfecte Pagliacci
Er gierden heel wat emoties over het toneel, zaterdagavond tijdens de Live in HD-vertoning van Cavalleria rusticana en Pagliacci. De Metropolitan Opera had een stel imposante verismostemmen gecast, die de beide korte opera’s volpompten met heftig drama.
Met de populaire double bill van Pietro Mascagni en Ruggiero Leoncavallo sloot de Metropolitan Opera zijn bioscoopseizoen 2014/2015 af. Een ‘happy end’ was het niet: beide werken eindigen met een hoop gebroken harten en minstens één moord. Maar daarmee was het wel een avondje opera zoals de meeste mensen het zich zullen voorstellen. Veel drama, veel passie, veel emotie.
Regisseur David McVicar had de twee opera’s op slimme manier met elkaar verbonden. Beide verhalen liet hij afspelen in hetzelfde Zuid-Italiaanse dorpje, maar in verschillende tijden. Cavalleria rusticana situeerde hij in een benauwend rooms-katholiek milieu rond het jaar 1900, somber en overwegend zwart geënsceneerd. Pagliacci speelde zich vijftig jaar later af, in een aanzienlijk lossere samenleving, met heel wat meer geur en kleur.
McVicars personenregie vond ik in Cavalleria rusticana wat clichématig. Veel verder dan de standaard operagebaren van wanhoop en ontzetting wist hij zijn zangers niet te brengen. Ook kwam het verhaal maar langzaam op gang, al is de opera daar zelf misschien ook enigszins debet aan.
Eva-Maria Westbroek gaf krachtig stem aan de smart en radeloosheid van Santuzza, de geliefde van de ontrouwe Turiddu. Met haar intense zang en grootse uithalen in de hoogte was ze het meest dominante personage in het tragische verhaal. Niet voor niets werd ze door McVicar gedurende de hele opera op het toneel gehouden.
Marcelo Álvarez zat in de rol van Turiddu te vaak hoog in de toeren, vond ik. Haast iedere nooit stiet hij uit als was het zijn laatste. Het leidde bij vlagen weliswaar tot spectaculair tenorgesnik, maar al die ononderbroken intensiteit werkte ook erg vermoeiend en had bovendien dramatisch weinig waarde. Meer nuance en dosering hadden de impact van zijn tragische lot juist veel groter kunnen maken.
George Gagnidze liet als Alfio horen hoe je een groot vocaal instrument wijzer kunt besturen. Zeker, ook hij wist van bulderen, maar het hoefde niet uit zijn tenen te komen en er leek ook meer beleid achter te zitten. Ik vond hem bijzonder overtuigend.
Álvarez en Gagnidze keerden na de pauze terug in Pagliacci en gaven daar beiden (nog) beter acte de présence. Álvarez wist in zijn zang nu wel goed te contrasteren, in dit geval tussen de jaloerse, driftige Canio en de vrolijke grappenmaker Pagliaccio. Wel leek hij aan het einde van de beroemde aria ‘Vesti la giubba’ aardig op zijn tandvlees te lopen, maar het is ook geen lichte opgave om twee verismorollen op één avond te vertolken.
Gagnidze zong een voortreffelijke proloog en zat vervolgens goed in zijn vel als de schunnige Tonio. Wat een stem heeft deze bariton. Groot, goed beheerst, puik in de hoogte, solide in de laagte. Ik kende zijn faam en ben blij nu ook eens met zijn kunsten kennisgemaakt te hebben.
Deze twee kanonnen werden aangevuld met de zoete tenor Andrew Stenson als Beppe, de degelijke bariton Lucas Meachem als Silvio en de in Amerika op handen gedragen Patricia Racette als Nedda.
Meachem was met zijn imposante gestalte en goedige uitstraling de perfecte minnaar voor Nedda, die gebukt ging onder haar huwelijk met de zuipende en agressieve Canio. Racette zong en acteerde de rol van Nedda op uiterst verfijnde en intelligente wijze. Ieder woord kwam geloofwaardig over.
De regie van McVicar vond ik in Pagliacci veel sterker. Hij maakte de commedia dell’arte-delen uit het werk ook werkelijk grappig, met hulp van drie clownachtige acteurs, zodat het harde, rauwe drama extra grimmig voor de dag kwam. Het acteerwerk van de solisten was bovendien uitstekend en het geheel werd door de Live in HD-regisseur Gary Halvorson prachtig in beeld gebracht, haast als een echte film.
Maestro Fabio Luisi was in beide werken goed op dreef. In Cavalleria rusticana zette hij zware accenten en liet hij het orkest ongeremd uitpakken. In Pagliacci zat meer lucht en souplesse, hoewel hij op de momenten dat het moest zijn spierballen wel degelijk liet spreken.
Voor mij was het een ideaal bezette, ideaal geregisseerde en ideaal begeleide uitvoering van Pagliacci. Maar Leoncavallo’s werk is dan ook creatiever en theatraal pakkender dan dat van Mascagni, vind ik persoonlijk. Bij mij eindigt de Cav/Pag-dubbel in elk geval altijd in 0-1.
In CineMec, waar ik de voorstelling bijwoonde, zijn in de zomer de nodige encores te zien van Live in HD-voorstellingen die het afgelopen seizoen te zien waren. Macbeth, Carmen, Il barbiere di Siviglia, The Merry Widow en La donna del lago komen tussen 9 juni en 15 augustus terug voor twee herhalingen. Zie voor het programma de website van CineMec. Een bezoek is zeker aan te raden: de vertoningen zijn er altijd bijzonder goed verzorgd.
10Reacties
Het was echt genieten! Ook van Cavalleria. Hier vind ik de recentie toch nogal streng. Het is waar dat McVicar een extreem contrast maakt tussen de claustrofobische, streng-religieuze, puriteinse wereld van Cavalleria-waar men dan compleet uitgesloten wordt van zodra men niet meer voldoet aan de morele eisen- en de ‘bevrijde’, vrolijke en kleurrijke wereld van Pagliacci. Maar dat vond ik dan wel prachtig geslaagd! En Westbroek was gewoon beklijvend in haar incarnatie van de wanhopige, door iedereen verstoten Santuzza! Prachtidee ook van haar de hele opera op het toneel te houden, zodat we als het ware het hele drama vanuit haar standpunt zien. En ik stoorde me helemaal niet aan de ietwat overdramatische zang (en acteren) van Alvarez. Dit is nu éénmaal melodrama ; het kan soberder maar dat hoeft van mij niet. Het is waar dat hij in Canio meer diversiteit kan brengen (hij kan daar soms ook de ietwat geforceerd zotte clown spelen-wat dan inderdaad een mooi contrast geeft met zijn bruuske opvliegendheid. En verder inderdaad alle hulde voor Gagnidze in zijn beide rollen, voor Racette en voor Meachem. En voor de heel waardig gespeelde Mamma Lucia en de (zoals het hoort) sexy Lola (een Carmen in pocketformaat!)
Alvarez was inderdaad heerlijk op dreef en wist dit huzarenstuk tot een bijzonder goed einde te brengen. Met de passie en gedrevenheid van een echte artiest. Eva-Maria Westbroek is dé Santuzza van deze tijd. Een voorrecht om haar te horen zingen in deze productie. De enige die deze avond wat achterbleef qua niveau was Lucas Meachem die een matte Silvio zong.
Geheel met Maarten-Jan Dongelmans eens dat de Silvio duidelijk achterbleef bij deze sterrencast. “Mat”, dat is het juiste woord.
Ik vond Eva Maria Westbroek geweldig, maar ik heb enkele Amerikaanse kritieken gelezen die daar héél anders over denken. Regie was goed te pruimen: de Paasochtend had blijkbaar met een zonsverduistering te kampen, het zij zo, en het (herhaalde) gedoe met het elektrische telefoonsnoer in Pag was melig. Het was mijn eerste opera-in-de-bioscoop, en hoewel ik deze Cav/Pag enerzijds niet had willen missen, moet ik anderzijds toch constateren dat het behelpen blijft. Je kijkt per slot van rekening naar een scherm en je luistert naar luidsprekers. Can’t beat the real thing…
Ik heb de uitzending helaas moeten missen wegens een verblijf in Turijn voor een prachtige “I puritani” met Olga Peretyatko, Dmitri Korchak, Nicola Alaimo en Nicola Ulivieri o.l.v. Michele Mariotti. In deze stad van ca 900.000 inwoners was géén bioscoop te vinden waar Cav/Pag live werd vertoond!
@Pieter K. de Haan: inderdaad merkwaardig. Maar misschien is het in heel Italie wel behelpen in dit opzicht. Het zou me niets verbazen met zoveel operahuizen waar (om met Olivier Keegel te spreken) van ’the real thing’ te genieten valt.
Op deze site heb ik daar niets over gelezen maar op http://www.parterre.com heb ik heel onrustbarende berichten gezien over Eva-Maria Westbroek’s “wobble”! Ik hoop haar 16 mei a.s. live te horen in het Verdi-Requiem in het Kon Theater Carré. Ik hoop maar, dat het loos alarm is.
Valt wel mee, ze hebben het over een incidentele ‘wobble’ en dan nog ‘very slight’. Mag het alstublieft? Geen paniek dus over het (eventueel) flakkeren van Eva-Maria’s stem. Ik schrok eerder van de opmerking op parterre.com dat ze standaard onvoldoende tekstbeleving zou hebben. Ook daar heb ik gelukkig nooit iets van kunnen bespeuren.
Ik heb genoten van beide opera’s. Voor mij de beste en meest meeslepende opera avond van het seizoen. Sorry, maar Eva Maria Westbroek vond ik niet zo schitteren. Soms kwam ze wat onzeker over maar het werd beter naarmate de opera vorderde. Pagliacci zag ik voor het eerst. Best genietbaar.
Wat Olivier zegt over opera op het witte doek, ik ging vroeger regelmatig in een operazaal zitten. Daar kijk je in een groot gat naar de vertoning waar details niet opvallen. In de cinema is het meer genieten van de scène waar het om gaat. Door de camera beleef je meer het geheel.Alleen de sfeer in de zaal komt koeler over. Geef mij maar het witte doek.
Ik heb spijtig genoeg de uitvoeringen van “Cavalleria Rusticana” en “Pagliacci” gemist op het witte doek (Kinepolis) Voor mij blijft de Cav.Rust. één van de mooiste opera’s ooit. Ik kan er blijven naar luisteren.
Hopelijk worden deze twee meesterwerken heruitgezonden in de cinemazalen.