Operarecensie

Loy pakt uit met fraaie Chovansjtsjina

De Nationale Opera vervolgt zijn serie Russische opera’s met Moessorgski’s muzikale testament: zijn grote werk Chovansjtsjina. De première van Christof Loy’s productie onder directie van Ingo Metzmacher, afgelopen zaterdag, was een groot succes.

Anita Rachvelishvili als Marfa in Chovansjtsjina bij De Nationale Opera. (© Monika Rittershaus)
Anita Rachvelishvili schitterde als Marfa in Chovansjtsjina bij De Nationale Opera. (© Monika Rittershaus)

Chovansjtsjina wordt weinig gespeeld in vergelijking met Moessorgski’s topstuk Boris Godoenov. Aan de muziek kan dat niet liggen. Chovansjtsjina is zeker gelijkwaardig aan Boris en biedt meer afwisseling. De nadruk ligt iets minder op de voor Russische opera’s zo kenmerkende bassen en laat wat meer ruimte voor vrouwenstemmen.

De opera is moeilijk te volgen zonder een behoorlijke kennis van de historische achtergrond en het verhaal, en zelfs dan vraagt de toeschouwer zich bij wijlen onwillekeurig af wat de beweegredenen van de protagonisten zijn. Eenmaal in het theater kan men zich maar het beste richten op de uitvoering en de handeling voor lief nemen.

Christof Loy neemt als uitgangspunt het beroemde schilderij van Vasily Ivanovich Surikov: De ochtend van de executie van de Streltsy na hun mislukte opstand in 1698. De voorstelling opent met het wonderschone ‘Dageraad aan de Moskva rivier’. Een afbeelding van Surikovs doek vult een groot deel van de achterwand van het toneel. Dit beeld krijgt een vervolg op het speelvlak in de vorm van een enorm tableau vivant van koorleden en solisten in dezelfde kostumering als op het schilderij.

Deze eenheid wordt echter vrijwel direct doorbroken als men de kostuums aflegt. Eronder blijkt vrijwel iedereen eigentijdse kleren te dragen. De variatie in die kleding is nogal beperkt, waardoor het moeilijk is om onderscheid te maken tussen de verschillende groepen. Gaat het om boeren, stadsvolk, Streltsy of Oudgelovigen? Uiteindelijk wordt dat wel duidelijk, maar daarvoor is wel kennis van de handeling vereist.

Loy heeft gekozen voor een vrijwel leeg toneel met afwisselend witte en zwarte wanden die onder ruime hoek staan opgesteld. De rekwisieten zijn schaars; een enkele stoel, een tafeltje, een kannetje water. Het steekt nogal schril af tegen de fraaie kledij uit de openingsscène. Wel ligt er regelmatig een dood paard op het toneel, als herinnering aan Surikov.

Twee bassen en een opgewonden tenor

Het spel begint met de valse aanklacht die intrigant Sjaklovity dicteert aan de Klerk (mooie rol van Andrei Popov). Deze wordt vervolgens belaagd door een groep landlieden, die willen dat hij een aankondiging op een bord voorleest.

We maken kennis met Emma, het Lutherse meisje waar Andrej Chovanski zijn zinnen op heeft gezet. Deze scène bracht het echtpaar Aksenov op het toneel. Svetlana Aksenova – bij DNO beter bekend als Svetlana Ignatovich, het meisje Fevronja in de gelijknamige opera van Rimski-Korsakov – zong Emma. Zij is de echtgenote van Maxim Aksenov, die de rol van Ivan Chovanski’s zoon vertolkt. De Oudgelovige Marfa probeert de onwillige Emma te verlossen van Andrej, niet geheel zonder eigenbelang, aangezien ze zelf verliefd op hem is.

De openingsscène uit Chovansjtsjina bij De Nationale Opera. (© Monika Rittershaus)
Chovansjtsjina bij De Nationale Opera opende met groot op de achtergrond een schilderij van Surikov. (© Monika Rittershaus)

Vorst Ivan Chovanski maakt zijn opwachting. Het toneel vult zich met volk en Streltsy. Vervolgens verschijnt de Oudgelovige patriarch Dosifej met een stel van zijn volgelingen. Daarmee is de warboel aan personages en hun onderlinge verhoudingen vrijwel compleet en eindigt de eerste akte.

Loy’s aandacht gaat volledig uit naar de personenregie en daarin is hij zeer succesvol. De lichte irritatie bij het zien van de kale ruimte die Golitsyns paleis in de tweede akte moet voorstellen, verdwijnt onmiddellijk als de handeling begint.

Golitsyn – overtuigend vertolkt door Kurt Streit – krijgt bezoek van Marfa, die hem zijn lot voorspelt. Kort daarna verschijnt Chovanski, even later gevolgd door Dosifej. De ‘Elefantenrunde’ van drie uitgesproken alfamannen kan beginnen: twee bassen en een opgewonden tenor. Fraai spel van alle drie de heren.

Aan het begin van deze akte zit de enige coupure: het bezoek van de Lutherse pastor, die om hulp voor Emma komt pleiten en en passant een pleidooi afsteekt voor meer Lutherse kerken in de stad. Het geeft de voorliefde voor Duitsers waar Golitsyn door zijn tegenstanders van wordt beschuldigd wat meer achtergrond. Nu blijft dat aspect onderbelicht.

Een bescheiden stempel

In de derde akte krijgt Marfa het aan de stok met de bejaarde Suzanna, een godsdienstwaanzinnige Oudgelovige, goed vertolkt door Olga Savova. De Streltsy worden belaagd door hun vrouwen, die hen verwijten nooit thuis te zijn en alleen maar te zuipen. Het is de zoveelste fraai uitgevoerde koorscène van de avond.

Als het bericht komt dat de troepen van Peter de Grote in aantocht zijn en de Streltsy vrezen voor hun leven, wenden ze zich tot hun hoofdman: vadertje Chovanski, de Witte Zwaan. Hij stuurt hen naar huis: “Wacht je lot af, tegen Peters troepen is geen kruit gewassen.” Deze akte zorgt voor ‘human relief’ in een zwaarmoedig geheel dat draait om botsende belangen en de teloorgang van Moedertje Rusland in de beleving van de ‘oude krachten’.

Dmitry Ivashchenko als Ivan Chovanski in Chovansjtsjina bij De Nationale Opera. (© Monika Rittershaus)
Dmitry Ivashchenko zong Ivan Chovanski in Chovansjtsjina bij De Nationale Opera. (© Monika Rittershaus)

In akte vier zien we Chovanski in zijn paleis. Boerenmeisjes zingen hem toe, maar het verveelt hem. Hij roept om zijn Perzische slavinnen voor vertier van een beter niveau. Kort daarop wordt hij vermoord, neergestoken door een klein kind. Dit detail was eigenlijk het enige minpunt in de voorstelling.

In de stad verschijnt de bojaar Stresjnev, gespeeld door Morschi Franz (in kostuum!). Hij verleent namens tsaar Peter de Streltsy amnestie. Daarmee wordt duidelijk dat Peter vast in het zadel zit en de machtsverhoudingen definitief zijn veranderd. Voor de Oudgelovigen betekent dit het einde: het tijdperk van de antichrist is aangebroken. In de vijfde akte plegen ze onder aanvoering van Dosifej collectief zelfmoord.

Dan blijkt dat Loy nog iets in petto heeft. De koorleden hullen zich weer in hun oorspronkelijke kledij en vormen het tableau vivant uit de openingsscène. Ook het schilderij is weer te zien en de ouverture ‘Dageraad’ klinkt opnieuw. Daarmee zet Loy de betekenis van het toevoegen van deze muziek door Sjostakovitsj op zijn kop. De bedoeling was om de opera een optimistischer einde te geven, meer passend in het Rusland onder Stalin. Nu wordt juist het cyclisch karakter van de geschiedenis benadrukt. Ofwel: de troebelen uit Peters tijd herhalen zich tot op de dag van vandaag onder nieuwe heersers.

Het is een heel bescheiden stempel dat Loy zo op de productie drukt: geen actualisering, geen modern wapentuig, geen onnodig geweld, maar een pseudo-kostuumdrama met respect voor het libretto. Voor bezoekers die regietheatermoe zijn een ware verademing.

Geslaagd weerzien

Het koor speelt een hoofdrol in dit werk en het was duidelijk dat zowel Loy als koordirigent Ching-Lien Wu hier heel hard op gewerkt hadden. Het resultaat was fenomenaal!

De Georgische sopraan Anita Rachvelishvilli schitterde als Marfa en kreeg daarvoor de grootste bijval van het premièrepubliek. Dmitry Ivashchenko zette een geloofwaardige Ivan Chovanski neer. Loy liet zijn personage in zijn waarde: geen maffiaproleet of iets dergelijks, maar een klassieke potentaat uit vroegere tijden.

Het Koor van De Nationale Opera speelde een hoofdrol in Chovansjtsjina. (© Monika Rittershaus)
Het Koor van De Nationale Opera speelde een hoofdrol in Chovansjtsjina. (© Monika Rittershaus)

De Oudgelovige patriarch Dosifej kwam voor rekening van Orlin Anastassov. Deze fundamentalist kreeg zo veel menselijke trekjes mee dat je bijna zou vergeten dat hij aan het einde zijn hele schaar volgelingen tot zelfmoord dwingt. Mooie rol, uitstekend gezongen.

Sjaklovity, de intrigant die het spel op de wagen zet, heeft van alle mannen de mooiste muziek: zijn ‘gebed’ als intermezzo in de derde akte. Een prachtig optreden van de Hongaarse bas-bariton Gábor Bretz.

Het Nederlands Philharmonisch Orkest stond onder leiding van voormalig chef-dirigent Ingo Metzmacher. Een geslaagd weerzien van musici die inmiddels veel ervaring hebben opgedaan met werken van wagneriaanse omvang en een dirigent die zelf ook al een Ring-cyclus in Genève achter de rug heeft. Dirigent en orkest speelden een sleutelrol in het slagen van deze megaproductie.

Zeer aanbevolen. Maar lees vooraf het nodige over de inhoud!

Chovansjtsjina is nog tot en met 20 maart te zien in Amsterdam. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.

Vorig artikel

Dido: Spectaculair in de details

Volgend artikel

Operagezelschappen spelen Cimarosa

De auteur

Peter Franken

Peter Franken

8Reacties

  1. Olivier Keegel
    29 februari 2016 at 10:51

    Ik ben het zéér eens met de loftrompet over het koor. Opera Gazet hoorde echter één valse kraai:

    http://www.operagazet.be/artikels15/nl/amsterdam.htm#chovanshchina

  2. 29 februari 2016 at 18:38

    Ik vond het niet echt een minpunt dat Khovanski door een klein meisje neergestoken wordt. Ongeloofwaardig misschien wel… dat zij de kracht zou hebben om met een aardappelmesje een beer van een vent met één steek in de rug te vellen.

    In de Antwerpse Chovanshchina gebeurde de moord door de Perzische slavin en dat is eigenlijk hetzelfde idee.

    Volgens het libretto wordt hij door Shaklovity vermoord. Maar dat zou Khovanski, die zich door de Streltsy en andere lijfwachten laat omringen, mogelijk zien aankomen. Nu wordt hij vermoord door iemand van wie hij het totaal niet verwacht… en op zijn minst is het lichtjes ironisch dat één van de machtigste mannen van Rusland op die manier aan zijn eind komt.

    Maar Loy heeft misschien nog een totaal andere reden waarom hij het zo geënsceneerd heeft…

  3. Rudolph Duppen
    2 maart 2016 at 09:50

    Gisterenavond een prachtige Chovansjtsjina gehoord en gezien. Alle zangers waren zeer goed bij stem met voorop Anita Rachvelishvili als Marfa. Ik had haar al eerder gehoord in Prins Igor in de bioscoop in de HD uitzendingen uit de Met. Het koor was zeer indrukwekkend en de personenregie zeer effectief.Het orkest onder Metzmacher speelde zeer gloedvol. Het duurt even voor de opera op gang komt maar daarna wordt je ook meegesleept.Het is wel raadzaam je goed in de achtergrond van de opera te verdiepen anders is het moeilijk te volgen.

  4. Theo Wolvekamp en Caecilia van Hoorn
    2 maart 2016 at 10:05

    Onbegrijpelijk en schandalig dat de regisseur een kleuter de “moord” laat begaan. Dit kind zal ongetwijfeld haar hele leven deze “daad” bijblijven. Pedagogisch niet alleen onverantwoord maar ook een vorm van kindermisbruik die voor de overige voorstellingen onmiddellijk verboden zou moeten worden! Wij houden aan deze – overigens verder prachtige – voorstelling een hele nare nasmaak over.

  5. Rudolph Duppen
    2 maart 2016 at 10:30

    Kinderen zijn wel wat gewend.Ze schieten en steken elkaar dagelijks dood in hun spel. Ik betwijfel trouwens of het een kind was.Ik denk eerder dat het een klein persoon was die zeer goed vermomd was.

  6. Maria
    2 maart 2016 at 15:06

    Ik was er gisteravond ook. Prachtige avond! De regie is ook een verademing. Die zit gewoon eens niet in de weg. Het kan dus wél.
    Of je verhaal, voor zover dat er is, moet proberen te volgen en je van te voren moet verdiepen… Het kan, maar ik vond het eigenlijk wel meevallen. Met het kleine programmaboekje en de inleiding op de voorstelling kom je al een heel eind.

    En dat meisje dat het mes hanteert, ik denk dat het verschil tussen toneelspel en werkelijkheid heus wel duidelijk is. Hoe zou het anders zijn gegaan met alle jongetjes die cowboytje en alle meisjes die prinsesje speelden? Die hebben daar toch geen identiteitscrisis van opgelopen? Anders zaten we nu met een land vol getraumatiseerde cowboys en prinsessen. De reactie van meneer Wolvekamp komt mij dan ook wat overdreven voor.

  7. Jan de Jong
    2 maart 2016 at 19:07

    DNO droeg de voorstelling op aan Winfried Maczewski (volgens twitter), maar waarom werd dat aan het begin van de voorstelling niet gemeld? Een kort moment van aandacht heb ik erg gemist. Jammer.

    Over de voorstelling: vooraf heb ik mij nog eens verdiept in de Russische geschiedenis en dat hielp zonder meer. Het zal echter niet mijn favoriete Russische opera worden, daarvoor hebben opbouw en samenstelling te veel manco’s. In Amsterdam viel veel te genieten. Muzikaal was het uitstekend, wat een fantastisch koor. De personenregie was overtuigend, op enkele rare interpretaties na. Waarom dat “meisje” Chovanski moest doodsteken is mij een raadsel. Kostuums en decor waren voor mij onvoldoende Russisch. De regisseur wilde daarmee aangeven dat het verhaal ontstijgt aan de historische gebeurtenissen, maar in deze opera heeft dat weinig zin. Die is zo ontzettend Russisch. Voor zangers en musici wordt dat onderkend, maar voor decors en kostuums is dat blijkbaar niet belangrijk.

  8. Stefan Caprasse
    4 maart 2016 at 15:56

    Aanvullend op de commentaar van Margo: in de Stein Winge-enscenering in de Munt wordt hij neergestoken door een dwerg, nog steeds min of meer hetzelfde idee.