Radvanovsky scoort Donizetti-hattrick
Ze was Anna Bolena, ze was Maria Stuarda en op zaterdag 16 april was ze – voor het oog van een mondiaal bioscooppubliek – Elisabetta in Roberto Devereux. Daarmee completeerde sopraan Sondra Radvanovsky op fraaie wijze Gaetano Donizetti’s Tudor-trilogie. Een tour de force.
De Metropolitan Opera brengt dit seizoen Donizetti’s Tudor-trilogie. In 2012 werd begonnen met Anna Bolena, in 2013 gevolgd door Maria Stuarda. Daarna stokte het project. Het derde deel Roberto Devereux – nooit eerder opgevoerd bij de Met – liet op zich wachten.
Dit seizoen was het eindelijk zo ver. Niet alleen beleefde Roberto Devereux zijn Met-première, blikvanger Sondra Radvanovsky tekende voor een extra primeur door in alle drie de werken de prima donna te vertolken. Leyla Gencer en Berverly Sills gingen haar voor, maar zongen de drie koninginnenrollen nooit in één enkel Met-seizoen. Afgelopen zaterdag was Roberto Devereux in de bioscoop te zien in de Live in HD-serie van de Met.
Hoewel Elisabeth in geen enkele titel voorkomt, is ze het personage dat de drie opera’s met elkaar verbindt. Ze is de dochter van Anna Bolena, de koninklijke rivale van de Schotse Maria Stuarda en de Engelse vorstin op leeftijd in Roberto Devereux.
Het libretto maakt losjes gebruik van de historische gebeurtenissen rond het einde van de zestiende eeuw, toen Devereux, Earl of Essex, een staatsgreep ondernam nadat hij bij Elisabeth in ongenade was gevallen. Aangezien Roberto één van haar jonge favorieten was geweest, ontstond ruimte voor een liefdesgeschiedenis. De inmiddels bijna 70 jaar oude Elisabeth wordt in de opera neergezet als een jaloerse verliefde vrouw, die onbeantwoorde liefde verwart met landverraad. Doordat Roberto niet zwicht voor haar emotionele chantage, tekent hij zijn eigen doodvonnis.
De historische Elisabeth was naar verluidt een wispelturige vrouw, die permanent jongleerde met de mannen om haar heen, om zodoende de touwtjes in handen te houden. Ook stond ze bekend om haar bijna pathologische jaloezie jegens iedereen die ze als rivale beschouwde. Het personage Queenie in Blackadder is sterk op deze overlevering gebaseerd. Met die gedachte in het achterhoofd is het gedrag van de vorstin in deze opera beter te duiden.
David McVicar brengt het werk als een kostuumdrama in een eenheidsdecor. De handeling voltrekt zich in een grote paleiszaal met aan weerszijden balustrades, waarop de hovelingen het gebeuren nauwlettend volgen. Ze vormen als het ware het publiek op het toneel. De regie laat de spelers aan het einde van de voorstelling dan ook eerst naar hen buigen voordat ze zich tot de zaal mogen richten.
Elisabeth is gekleed als een oude vrouw, overdreven zwaar geschminkt om haar leeftijd nog eens extra aan te zetten. Het maakt haar jaloerse gedrag jegens de half zo oude Roberto er niet geloofwaardiger op. Dat deze jongeman ziek is van het feit dat zijn geliefde Sara in zijn afwezigheid is uitgehuwelijkt aan de hertog van Nottingham – nota bene zijn vriend, onwetend van de liefde tussen hem en Sara – is goed te begrijpen als Elīna Garanča in beeld komt. Haar Sara is in alles de tegenpool van Elisabeth: een jonge vrouw in de kracht van haar leven.
Sondra Radvanovsky wist technisch goed raad met haar lastige partij, al vond ik haar vaak aan de schrille kant, bij wijlen gewoon niet mooi. Op zich paste dat wel bij haar veronderstelde leeftijd, maar dat zal zeker niet Donizetti’s bedoeling geweest zijn. Pas in de derde akte, toen ze haar koninklijke waardigheid had afgelegd en zich realiseerde dat ze haar geliefde daadwerkelijk de dood in had gejaagd, kreeg haar stem een warme klank en wekte ze medeleven op. Om bij Blackadder te blijven: pas daar was ze verlost van haar Queenie-gedrag.
Matthew Polenzani gaf overtuigend invulling aan de titelrol. Toen hij besefte dat zijn poging om alsnog gratie te krijgen was mislukt, ging hij op meeslepende wijze over van hoop in berusting. Daarbij trok hij alle registers open. Heel romantisch werd benadrukt dat hij niet zozeer de dood vreesde – die had hij al zo vaak in de ogen gezien – maar dat hem nu de mogelijkheid was ontnomen om Sara’s reputatie te redden.
Zoals wel vaker ging ook hier mijn grootste aandacht uit naar het tweede koppel, het echtpaar Nottingham. Schitterend hoe presentatrice Deborah Voigt aan het einde van de pauze gezellig stond te keuvelen met Garanča en Mariusz Kwiecien, om die twee een paar minuten later in een totale metamorfose in een echtelijke ruzie terug te zien, waarin zo sterk gezongen en vooral ook geacteerd werd dat je als toeschouwer op het puntje van je stoel kwam te zitten.
Wellicht valt er wat aan te merken op Kwieciens vocale kwaliteiten, maar je moet de man gewoon zien terwijl hij zingt. Mij wist hij volledig in te pakken. Hetzelfde geldt voor Elīna Garanča: prachtig timbre en sterk acterend met haar ogen en de minieme veranderingen in haar gelaatsuitdrukking.
De grootste waardering moet niettemin gereserveerd blijven voor Radvanovsky, die met drie koninginnenrollen in één seizoen een heuse hattrick wist te realiseren. Leuk detail was dat de live-uitzending haar tweehonderdste optreden bij de Met was. Over de gehele wereld heeft men ervan kunnen meegenieten.
Het Live in HD-seizoen van de Metropolitan Opera wordt op zaterdag 30 april afgesloten met Elektra van Richard Strauss. De voorstelling is te zien bij vele vestigingen van Pathé, de drie vestigingen van CineMec en Theater de Speeldoos in Baarn.
9Reacties
Kleine kanttekening: de vorstennaam Tudor is de verbindende schakel in de koninginnentrilogie van Donizetti, niet Elizabeth. The Virgin Queen Bess speelt in Anna Bolena geen enkele rol en wordt daar ook niet genoemd.
Donizetti’s Tudorvorstinnen en hun prachtige belcanto inspireerden in 1997 ook onze ‘eigen’ Cristina Deutekom. Die had tien jaar niet meer op de buehne gestaan toen ze de fraaie cd Regina opnam met de slotscènes uit Anna Bolena, Maria Stuarda en Roberto Devereux.
De cast was een adembenemend Dream Team, zelden zoveel buitencategorie kwaliteit bij elkaar gehoord. Ook de regie dik in orde, zoals altijd bij David McVicar. Zoals de avond tevoren het Muziektheater een ferme onvoldoende scoorde met Roméo et Juliette, zo scoorde deze Roberto Devereux in een BN’er-vrij Tuschinski een 10+ !
Het houdt maar niet op bij de MET. De ene topproductie na de andere! Ik zou van deze trilogie wel een DVD box willen hebben!
Op 30 april Elektra in de regie van de betreurde Patrice Chéreau, met Nina Stemme. Esa-Pekka Salonen dirigeert. Er gaan stemmen op om hem tot opvolger van James Levine te benoemen.
@Leen: zie ook blog.cinemec.nl. Anna Bolena (DG) en Maria Stuarda (Warner) uit The Met zijn al op dvd uitgebracht. Roberto Devereux zal ongetwijfeld nog volgen.
Zeer genoten van deze productie. Wat een topteam op de planken. Dan is DNO toch vaak maar een wat treurig gebeuren.
Kijk al erg uit naar het volgende seizoen. 24 mei begint de kaartverkoop 🙂
Een fantastische avond.Hoe Sondra Radvanovsky acteerde met haar stem was ongelooflijk.Een vergelijking met Callas dringt zich op. Het was prachtig om te zien hoe Sir David zich liet inspireren door de beroemde portretten van Elizabeth I. De gelijkenis was bijna beangstigend.Nu nog Elisabetta, regina d”Inghilterra van Rossini.
@Rudolph: Of Donizetti’s Il castello di Kenilworth (1829) naar de roman Kenilworth van Sir Walter Scott… Een onderwerp dat eerder Auber inspireerde tot de opera Leicester, ou Le chateau de Kenilworth (1823).
Er zijn nog heel wat opera’s waarin Elizabeth I een rol speelt. Binnenkort wordt Elizabeth II 90. Misschien de gelegenheid om de opera Gloriana die Britten schreef voor de kroning van de Britse vorstin weer van stal te halen.
Robert Devereux, de tweede graaf van Essex was trouwens een neef van Elizabeth I van moeders kant.Zijn moeder Lady Lettice Knollys was de kleindochter van Mary, de zuster van Anne Boleyn. Hij was ook de stiefzoon van Robert Dudley, de graaf van Leicester, een lieveling van Elizabeth I. Dit verklaart hoogst waarschijnlijk waarom Robert Devereux met zoveel toegefelijkheid behandeld werd door Elizabeth I.(Bron: Who is Who in Tudor England)