Bellini’s Straniera mist overtuigingskracht
Oude tijden leken te herleven in het Concertgebouw, vorige week zaterdag: in de NTR ZaterdagMatinee stond een relatief onbekende belcanto-opera op het programma, La straniera van Bellini. Jammer genoeg kwam het wat onevenwichtige werk niet overtuigend tot leven.
La straniera werd niet voor niets aangekondigd als “een romantische Bellini”: het libretto van de opera, gebaseerd op een roman van Charles-Victor Prévost, zit barstensvol plotwendingen en thema’s die kenmerkend zijn voor de ‘gothic novels’ uit die tijd: bigamie, overspel, donkere wouden, vermeende hekserij, schijndoden en een impulsieve zelfdoding.
De historische huwelijksproblematiek van de Franse koning Philippe-Auguste rond 1200 vormt het startpunt van de opera. Deze koning vatte kort na zijn huwelijksvoltrekking hardnekkige gevoelens van walging op voor zijn echtgenote en verzocht de paus om het huwelijk ongeldig te verklaren. In afwachting van een pauselijke uitspraak liet hij zich alvast in de echt verbinden met Agnes van Merania. De paus verklaarde dit laatste huwelijk echter ongeldig.
In La straniera leeft deze Agnes, na als vorstin op de reservebank geplaatst te zijn, teruggetrokken bij het meer van Montolino, onder de naam Alaide. De lokale bevolking beschouwt haar als heks en mijdt haar. Alleen de jonge graaf Arturo di Ravenstel, die reeds verloofd is met Isoletta, voelt zich tot haar aangetrokken en vat een onmogelijke verliefdheid voor haar op.
Arturo ziet in baron Valdeburgo (in werkelijkheid Alaides broer) een rivaal en steekt hem neer. Een rechtszaak volgt, die door het verschijnen van het vermeende slachtoffer goed afloopt voor Alaide en Arturo.
Op aandringen van Valdeburgo en Alaide besluit Arturo in het huwelijk te treden met Isoletta. Tijdens de voltrekking wordt echter bekendgemaakt dat de koningin overleden is en Alaide de nieuwe vorstin van Frankrijk wordt. Arturo stort zich in zijn zwaard en Alaide bidt in de spectaculaire finale van de opera dat zij ook snel mag sterven.
Bellini’s opera kent enkele spannende scènes, maar doet muzikaal vrij gefragmenteerd aan. Bovendien lijkt de opera hier en daar te struikelen over de grote hoeveelheid plotwendingen. Voor de uitvoerenden is het een uitdagende taak om er toch een overtuigend en meeslepend geheel van te maken.
In Essen werd niet al te lang geleden bewezen dat het zeker mogelijk is. In Amsterdam lukte dit helaas niet volledig. Er waren individuele glansmomenten en er was vocale schoonheid, maar het drama werd in de kiem gesmoord doordat er, zo leek het, bovengemiddeld veel rechtstreeks van blad gezongen werd, alsof men anders de weg compleet zou kwijtraken.
Vooral bariton Luca Grassi, die de rol van Alaides broer ook in Essen op het podium vertolkte, kwam geen moment van zijn bladmuziek los. In het eerste bedrijf klonk hij bovendien ronduit kleurloos en monotoon. In zijn glanssolo en zijn duet met Arturo in het tweede bedrijf wist hij zich vocaal te herpakken.
De jonge tenor Leonardo Capalbo wist Arturo van een fris en imponerend lyrisch stemgeluid te voorzien, al leek ook hij niet altijd optimaal vertrouwd met de opera om zijn karakter van veel verschillende dramatisch-vocale schakeringen te voorzien.
Alisa Kolosova, die kortgeleden nog bij De Nationale Opera de altpartij in Roméo et Juliette zong, wist haar rol wél met de nodige beleving te vertolken en maakte Isoletta’s verdriet, vreugde en onzekerheid invoelbaar.
Annick Massis had aan Alaide een taaie kluif. De sopraan beschikt over een hoogte waarmee ze de spectaculaire ‘money notes’ zonder zichtbare moeite door de grote zaal liet zweven. De grote rol van Alaide vereist echter meer, en vooral in de lager gelegen vocale regionen kreeg Massis het hoorbaar moeilijker.
Een grote rol was in deze Matinee weggelegd voor het onvolprezen Groot Omroepkoor, dat de verschillende stemmingen en gedaantes die Bellini voor de koorpartij bedacht zeer indrukwekkend wist te vertolken.
deFilharmonie uit Vlaanderen wist de solisten op een uitstekende wijze te begeleiden, geleid door dirigent Giancarlo Andretta. De relatief eenvoudige orkestratie van Bellini werd serieus genomen en wist daardoor optimaal ontroeren.
De uitvoering van La straniera is nog terug te luisteren via de website van Radio 4.
11Reacties
De uitvoering van La Straniera viel me niet mee.Ik moet tot mijn schande bekennen dat ik in de pauze ben weggegaan (Ik was trouwens niet de enige) en ik heb de rest van de uitvoering op de radio beluisterd.Het is een fragmentarisch en daardoor vermoeiend werk om naar te luisteren.Annick Massis was helaas niet tegen de rol opgewassen. Haar onmachtige stemgeluid deed geen recht aan de hoofdrol. Op de radio klonk haar stem wat beter.De bariton zong voortdurend vals wat ook niet bevorderlijk was voor het luistergenot. De andere stemmen waren adequaat. De bijdrage van het Groot Omroepkoor was uitstekend en van deFilharmonie redelijk. De opera uitvoeringen in de Zaterdag matinee zijn meestal van zeer hoog niveau. Een mindere uitvoering kan er wel eens tussen zitten.
Als ik de zangkwaliteiten van Annick Massis vergelijk met haar vorige vijf optredens in Het Concertgebouw dan moet ik helaas constateren dat haar stem aanzienlijk aan kracht en flexibiliteit heeft ingeboet. De stem was nooit groot maar zoals de beroemde Engelse criticus Harold Rosenthal gezegd zou kunnen hebben: She made a small voice go a long way. Ik weet niet of het op het conto van de onwennigheid met de rol moet worden geschreven of dat de stem permanent achteruitgegaan is dat kan ik niet beoordelen.Het leven is een strijd tegen het verval en dat geldt ook voor stemmen. We zijn de buitengewoon sympathieke Annick Massis dankbaar voor haar vele mooie concerten.
Anders dan in het programmaboekje stond vond de Nederlandse première van La Straniera al plaats in Amsterdam in 1834. (bron: Annals of Opera 1597-1940). Hie was ik niet bij.
Heer Duppen: helemaal met u eens. Ben echter wel braaf gebleven in de onjuiste veronderstelling dat de uitstekende tenor nog een grote aria zou krijgen.
Hoe dan ook, lof voor de ZatMat vanwege het uitbrengen van onbekend repertoire. Altijd leerzaam!
Interessant dat het werk al eerder in Amsterdam zou zijn uitgevoerd. Daar gaat de primeur…
Graag wil ik reageren op her commentaar van de heer Duppen: In de eerste plaats heb ik geen waardering voor mensen, die voortijdig de voorstelling verlaten (net voetbalsupporters die het stadion al verlaten als hun club achter staat). Bovendien vond ik het commentaar wel erg negatief. Laten we toch blij zijn, dat de Matinee ons de mogelijkheid biedt minder bekende werken zoals La Straniera eens zelf mee te maken. En ik heb wel genoten, zoals de meeste bezoekers, want de stemming deze middag was weer ouderwets.
Wel ben ik het met U eens, dat mevr. Massis niet meer helemaal de geweldige zangeres is zoals wij haar van eerdere concerten kennen. Dat was mij al opgevallen, toen ik haar in december j.l. hoorde in Luik als Lucia di Lammermoor, de grote hoogtepunten waren er nog wel, en heel goed, maar daartussendoor was het alsof ze minder kracht of minder concentratie had, iets wat mij nooit eerder bij haar was opgevallen. (En ik was een heel grote fan van haar.) Toch vond ik dat er deze zaterdag ook van mevr. Massis nog heel veel te genieten viel.
En ik hoop, dat de Matinee doorgaat onbekende werken te programmeren, want ook bij b.v. Donizetti zijn er nog veel opera’s die wij in de Matinee nog niet hebben gehoord.
Meneer Vliegenthart volgens het uitstekende artikel van Willem Bruls in het programmaboekje vonden de Belgische en Nederlandse premieres plaats in 1841 in respectievelijk Antwerpen en Amsterdam.Het gewoonlijk zeer betrouwbare Annals of Opera geeft 1834 voor de premiere in Amsterdam.
Meneer Berfelo mea culpa, mea culpa, mea maxima culpa.
Annick Massis zingt binnenkort Maria Stuarda in Marseilles en Monte Carlo.
Wij hebben genoten, mijn zwager is een deskundige en het blijft mensen werk, Ajax wint ook niet altijd!
De ene econoom gaat linksaf en de andere rechtsaf, en beide hebben ook nog bij elkaar in de klas gezeten.
De volgende matinee zullen wij weer aanwezig zijn.
Het concert met de solisten, dirigent, orkest en het koor beoordelen wij met “Bravo en Brava “.
Als de Heer Tates wil horen hoe La Straniera ook kan klinken zou hij eens moeten luisteren op Youtube naar de 67-jarige diva Edita Gruberová die in een concertante uitvoering in het Musikverein in Wenen 2 jaar geleden furore maakte.
In een vorige recensie was te lezen dat Edita ook niet uit blonk “het blijft mensen werk”, ik neem aan dat u ook niet altijd in top vorm bent heer Duppen. Nogmaals economen hebben ook verschillende ideeën om een crisis op te lossen. En 99% hebben genoten van het concert. Uiteraard ga ik uw tip beluisteren.
Dat betrof een andere uitvoering Van La Straniera met Gruberova. Ik wil alleen maar zeggen dat Gruberova die in december 70 wordt aanzienlijk krachtiger en wendbaarder zingt dan de veel jongere Annick Massis. Ik ben ook niet altijd in top vorm maar ik pretendeer ook niet dat ik een professionele coloratuur sopraan ben. Professionaliteit houdt in dat je constant op een hoog niveau onder allerlei verschillende omstandigheden een prestatie levert en daar voldeed Annick Massis en de meeste andere zangers volgens mij niet aan.
Veelbetekenend is ook dat er in geen enkele krant een recensie is verschenen.
@Rudolph: dat laatste zegt helemaal niets. De spoeling wordt steeds dunner als het gaat om (klassieke) recensies in kranten.
De spoeling wordt inderdaad steeds dunner waar het recensies van klassieke muziek betreft maar NRC Handelsblad en Het Parool bespreken altijd concertante uitvoeringen van opera’s van de zaterdag matinee.Het betrof hier een vrij onbekende opera waarvoor je enige media aandacht zou verwachten. Ik denk dat het meer te maken heeft met de dag van de uitvoering (14 mei j.l.) die werd gevolgd door het Pinksterweekeinde. De eerste mogelijkheid voor een recensie is dan 17 mei en dat is dan niet meer actueel. In dat weekeinde werden ook de International Opera Awards uitgereikt in het Savoy Theatre in Londen. De uitreiking van de prijs aan DNO kreeg op 17 mei alle aandacht en La Straniera viel buiten de boot.
@Rudolph: je laatste drie zinnen slaan hoogst waarschijnlijk de spijker op de kop.