Orkest Achttiende Eeuw schittert in Fidelio
Na drie Mozart-opera’s zet het Orkest van de Achttiende Eeuw met een semiscenische Fidelio zijn operaserie op waardige wijze voort. Het orkest bleek zaterdag in TivoliVredenburg uitstekend uit de voeten te kunnen met Beethovens opera.
Het concept ‘semiscenisch’ ligt tussen concertant en scenisch in. Deze Fidelio is op veel vlakken een volwassen scenische productie: van het bescheiden podium van TivoliVredenburg wordt goed gebruikgemaakt en de zangers acteren er lustig op los.
De actie speelt zich grotendeels af voor het orkest, waar een drie meter hoge toren is neergezet voor Don Pizarro, vanwaaruit hij zijn soldaten beveelt. Het concept pakt goed uit, al blijft het natuurlijk wat behelpen in een concertzaal en is het toneelbeeld niet tot op de centimeter uitgekiend. Zo kan het gebeuren dat Don Pizarro zijn dienaar Rocco vraagt dichterbij te komen, terwijl de twee op dat moment al met de buiken tegen elkaar aan staan. Of dat één van de zangers in een hoek van het podium staat waar net geen spotlight is. Het stoort gelukkig nauwelijks en het maakt de avond niet minder bevredigend.
In deze productie staat dan ook de muziek, en niet de dramaturgie, op de voorgrond. Het orkest zit midden op het podium en is zo onderdeel van de actie, en bovendien zonder moeite hoorbaar. Het resultaat is een briljante, trefzekere en transparante uitvoering. Met subtiel spel eist het orkest de hoofdrol op.
Dirigent Jonathan Darlington lijkt veel plezier te hebben in de ‘Sturm und Drang’-elementen van Beethovens enige opera. In het sterrenduet ‘Nur hurtig fort, nur frisch gegraben’ laat hij de baslijn zo hard ronken als zijn arme bassen kunnen dragen. Een heel enkele keer moet Darlington uitkijken de zangers niet te overstemmen, maar over het algemeen werkt het samenspel uitstekend.
De cast bestaat uit een mix van ervaren krachten en, altijd leuk, jong talent van eigen bodem. Marzelline, de dochter van cipier Rocco die verliefd wordt op Fidelio, wordt gezongen door Laetitia Gerards. Gerards is in 2016 afgestudeerd aan het Amsterdams conservatorium en beleeft met deze Fidelio een vliegende start van haar carrière. Ze houdt zich goed staande tussen de oudere stemmen. In een volgende uitvoering hoop ik dat ze op bepaalde momenten ook wat minder mooi durft te zingen.
Don Pizarro, de vileine heerser die Florestan wil vermoorden, wordt gespeeld door Wiebe-Pier Cnossen. Cnossen heeft een mooi volle, volumineuze bariton, die Pizarro goed gestalte geeft. Hij werkt succesvol samen met Michael Tews (Rocco). Tews heeft een gedragen maar toch heldere basstem, met daarbij een goede dictie. Tews en Cnossen maken de eerste akte de moeite waard.
Een stukje buitenlandse ervaring wordt ingebracht door Katrin Kapplusch, die de titelrol voor haar rekening neemt. Kapplusch was de afgelopen jaren ensemblelid van het Aalto-Musiktheater in Essen. Ze heeft een geweldig inlevingsvermogen en combineert dat met subtiel, soms zelfs vermakelijk acteerwerk. Schijnbaar moeiteloos levert ze een prachtige performance.
Arnold Bezuyen, recent nog geïnterviewd door Place de l’Opera, zingt Florestan. Gehuld in een overhemd en beige ambtenarenjas moet hij een creperende gevangene voorstellen, wat van de toeschouwer enige fantasie vraagt. Ook Bezuyen leeft zich mooi in, maar lijkt vanavond niet bij stem en heeft moeite met de hoge passages. In het duet met zijn geliefde Leonore (Fidelio) in de tweede akte krijgt hij het daarnaast aan de stok met dirigent Darlington, die een straf tempo inzet. Het is te snel voor Bezuyen, die het hele duet probeert de boel bij te benen.
Hoewel het orkest de onbetwiste hoofdrol houdt, dreigt de show op het einde nog gestolen te worden door de (vrij jonge) zangers van het Rotterdam Symphony Chorus. In het slot, dat sterk aan Beethovens ‘Ode an die Freude’ doet denken, laat Darlington de teugels vieren en gaat het ensemble los in opzwepende schoonheid. Dat het publiek direct na de slotnoot opspringt voor een lange staande ovatie, is gedeeltelijk op het conto van het koor te schrijven.
Fidelio wordt op 31 januari en 1 februari nog uitgevoerd in Koninklijk Theater Carré in Amsterdam.
12Reacties
Dank voor de recensie. Zeer herkenbaar. Het eerste wat mij opkwam na de voorstelling was: speelplezier. Hier was een ensemble van zanger, koor en orkest bezig dat er zin in had en daarmee een zinderende voorstelling maakt.
Darlington zweept zijn troepen soms wel erg op. Het koor ontspoort bijna in de finale, Beethovens noten houden toch al weinig rekening met de menselijke stem. Dat Fidelio een vrij statisch plot heeft, hindert in deze uitvoering werkelijk helemaal niet. Op naar de volgende semi-scenische opera: La Clemenza di Tito (noteert u de data maar vast: http://www.orchestra18c.com/t141.html)
Ik hoop dat het orkest straks ook de opera’s van Von Weber gaat doen.
In de Doelen heb ik ook erg genoten van deze voorstelling! Zeer energieke en gedreven uitvoering! Een met enorme felheid en overtuiging gebrachte Beethoven. Weergaloos spelend orkest. Zo hoor ik Beethoven het liefst!
Aart van der Wal woonde de voorstelling bij in De Doelen en schreef een mooie recensie voor Opusklassiek. Jan Hordijk maakte een aantal mooie foto’s.
@Jan de Jong: ik koester dezelfde hoop. En dan nóg liever een volledige opvoering van een Weber -toch bepaald niet zo maar een geïsoleerde naam in de operageschiedenis. We zijn er hier niet mee verwend: ik herinner me Euryante bij DNO (2003)en drie Freischützen
bij Opera Forum/DNR, voor het laatst eveneens in 2003 (met een schitterende Max van Arnold Bezuyen!). (De twee naoorlogse in de Annalen vermelde Ned. Opera-producties van 1953 en `56 waren `voor mijn tijd`.) HH/DD regisseurs: er moet met enige moeite toch wel een concept te bedenken zijn voor Der Freischütz ?!
Als het publiek al niet op Fidelio afkomt (volgens de zeer matige recensie in de Volkskrant was de grote zaal van de Doelen halfleeg) dan komen ze helemaal niet op Der Freischütz af, een notoire moeilijke opera om uit te voeren. Zelfs Sir John Eliot Gardiner slaagde er een aantal jaren geleden tijdens de Proms in Londen niet in om er een boeiende uitvoering van te maken. De laatste concertante uitvoering in De Zaterdag matinee was ook al geen succes.Om maar te zwijgen van de idiote uitvoering van deze opera in Baden Baden een aantal jaren geleden met de mallotige kostuums van Viktor en Rolff.Vanavond kunt U met 50% korting naar de uitvoering van Fidelio in Carré.
Het verbaast mij dat deze site nog geen gewag heeft gemaakt van het eerste optreden van Jonas Kaufmann in Nederland op 4 juni a.s. in het kader van Het Holland Festival. Hij zingt samen met Eva Maria Westbroek Verdi en Wagner.
dat is HEEL Mooi wanneer wordt het dan officieel bekend gemaakt met het oogop bestellen want is direct uitverkocht natuurlijk.
Ben benieuwd Chris Horsmeier
Was helaas wat minder enthousiast. Had de dirigent de zaken eigenlijk wel in de hand? En over controle gesproken: had Bezuyen zijn stem wel in de hand? (ongelukkige beeldspraak) Knullig toneelbeeld, knullige aankleding der solisten. Met alle respect voor het Orkest van de Achttiende Eeuw, dat ik graag (in andere repertoire) hoor. Dat puntige spel is voor mij niet de ideale Beethoven. Madaspusoonluk.
Beste Chris. Ik heb al drie keer geprobeerd om een reactie te plaatsen maar het lukt niet. Als je vriend bent van Het Holland Festival begint de verkoop vandaag. Voor anderen begint de verkoop op 7 februari a.s toevallig tegelijkertijd met de verkoop van de Robeco serie. Dit jaar o.a. met Renée Fleming.
BEETHOVEN TOEGANG TOT CARRÉ ONTZEGD
http://operagazet.be/recensies/recensies-20162017/nl/amsterdam-fidelio/
Geen moment kwam het Beethoven-gevoel, laat staan het Fidelio-gevoel over me tijdens de uitvoering onder dirigent Jonathan Darlington. Te vluchtig, te gehaast. Geen zindering. Geen emotie.
Ik moest het even laten bezinken.
Op zich vind ik zo’n “alternatieve” voorstelling altijd wel leuk. Ik vond de regie ook wel ok, hoewel ik het wel met ‘onbeholpen’ eens ben.
De zangers vond ik wisselen.
Toen ik op het balkon zat kwam alleen de stem Rocco binnen, de anderen waren al verfladderd voordat ze bij ons waren, dat vond ik jammer, m.i. is dat een zangtechnisch iets. Later zat ik beneden, maar ik durf te wedden dat de stem van Arnold Bezuyen wél boven kwam. Hij zong met een mooie geconcentreerde toon die ongetwijfeld tot in de hoogste nok nog bij elkaar bleef. Zijn niet uitgemergelde voorkomen stoorde mij helemaal niet, zangers die deze zware partij goed kunnen zingen zijn zelden van de magere soort. Wel vond ik het perfekte brilletje en de schone stofjas niet zo passend voor iemand die al 3 jaar in een kerker ligt, maar goed, dat zijn peanuts.
Nb: vroeger kwamen alle stemmen tot op het schellinkje, en het grote verschil tussen “oude” techniek en “nieuwe” techniek is dat de klanken veel geconcentreerder waren en nu vaak -om luider te zingen- op de verkeerde manier groot (échte grootte en volumen zit nou juist in die concentratie) gemaakt worden. Hierdoor zijn ze minder geconcentreerd of de concentratie wordt op de verkeerde plek gezocht en het geluid blijft niet bij elkaar en verfladdert voor het boven is. Een euvel van deze tijd naar mijn mening.
David Wilson-Johnson die meer op de burgemeester uit Zwiebertje leek ben ik het ook mee eens. Voor mij is de stem veel te tenoraal gevoerd voor deze rol.
Wat me naderhand echter het meeste bij bleef was een soort verbazing dat ik Fidelio haast een soort Entführung had gevonden, een Singspiel, terwijl ik daar altijd een heel ander gevoel bij heb gehad, zeker ook toen ik zelf de partij van Fidelio zong (keertje of 40 in diverse duitse theaters), en ik vroeg me af of mijn perceptie toen te ‘gewichtig’ was van/over Fidelio, of dat deze uitvoering nu een soort Fidelio “light” was geweest.
@Wiebke Dit was inderdaad een Fidelio light, een contradictio in terminis als “Matthäus Passion light”.
mevrouw Göetjes, volgens mij reageert u op de recensie van Opera Gazet en niet op die van Place de l’Opéra. Opera Gazet (met mooie foto’s van de voorstelling) heeft ook een reactiemogelijkheid.