Operarecensie

Adès brengt Buñuel terug op het witte doek

The Exterminating Angel van Thomas Adès keerde zaterdagavond terug naar zijn filmroots met een live-vertoning in de bioscoop. De op Luis Buñuels beroemde film gebaseerde opera kreeg bij de Metropolitan Opera in New York een uitvoering van uitzonderlijke intensiteit.

Scène uit de eerste akte van The Exterminating Angel. (© Ken Howard / Metropolitan Opera)

Na een operavoorstelling verzamelen zich de nodige notabelen in de villa van Edmundo en Lucía de Nobile voor een diner. Als ze later op de avond willen vertrekken, lukt dat niet. Niemand kan de salon meer verlaten, en niemand komt erin.

Dit bizarre maar briljante uitgangspunt inspireerde Luis Buñuel in 1962 tot het maken van El ángel exterminador, een bekroonde film die ook nu, 55 jaar later, nog hoog op de lijstjes van filmkenners staat. De Britse componist Thomas Adès wilde er al sinds de eeuwwisseling een opera van maken. Het werk aan zijn tweede opera The Tempest kwam ertussendoor, maar in 2016 was hij eindelijk af: de drieakter The Exterminating Angel, op een libretto en in een regie van Tom Cairns. De opera ging in 2016 in première in Salzburg en was ook al in Londen te zien.

De Metropolitan Opera gebruikt voor de Amerikaanse première dezelfde enscenering van Tom Cairns. De Ierse regisseur voert je met enkele grote decorstukken (waaronder een enorme deuropening) en een paar chique meubelstukken mee naar huize De Nobile, waar hij door middel van een haarfijne personenregie uitwerkt hoe de gasten, verward en ontzet door hun onverklaarbare probleem, in rap tempo hun maskers verliezen en beginnen te ‘ontbinden’. Het leidt tot extreme situaties, waarin de humaniteit steeds verder zoekraakt.

Adès zet hier overtuigende, inventieve muziek onder. De eerste akte bevalt mij nog matig. De rusteloze en felle stijl van de componist, met zeer grillige lijnen voor de zangers, is mijns inziens te heftig voor de alledaagse conversaties aan het begin van het verhaal. Terwijl de dinergasten nog nietsvermoedend zijn, laat Adès hen al zingen met een naar waanzin riekend drama.

In de tweede akte – als de gasten doorkrijgen dat er iets goed mis is – valt Adès’ onstuimige taal perfect samen met de ontwikkelingen op het toneel. De personages kunnen hun gemoedstoestand (wanhopig, panisch, depressief, krankzinnig) met de noten van Adès uitmuntend uiten. De componist schept daarbij gelukkig ook een paar rustmomenten – zoals het duet van Beatriz en Eduardo, net voor hun zelfmoord – zodat je als luisteraar even kunt ademhalen.

Scène uit The Exterminating Angel. (© Ken Howard / Metropolitan Opera)

De Met heeft een waanzinnig goede cast opgesteld om de niet minder dan vijftien hoofdrollen te vertolken. Elke zanger is opgewassen tegen de hoge eisen van Adès en weet ongekend veel emotie en beleving in zijn of haar optreden te leggen. Het gebeurt niet vaak dat zo veel goede zangers tegelijkertijd op het toneel staan.

Audrey Luna springt uiteraard in het oog als Leticia Maynar, de operazangeres voor wie het diner georganiseerd is. Ze zingt een paar van de hoogste noten ooit voor de menselijke stem geschreven. Heel knap, al vind ik dat Adès haar in de laatste akte vaker de hoogte in stuurt dan voor het drama noodzakelijk is.

De tenoren Joseph Kaiser (gastheer Edmundo de Nobile) en Frédéric Antoun (Raúl Yebenes) laten eveneens horen geen angst te hebben voor de bovengrens van hun stemvak. Hun instrumenten zinderen door de complexe klankbeelden heen met frases die de meest dramatische maten uit de tenorrollen van Verdi en Puccini overtreffen.

Alice Coote toont haar immense acteertalent in de rol van Leonora Palma en ook Iestyn Davies (Francisco de Ávila) laat zien over fenomenale theatrale kwaliteiten te beschikken, gepaard aan een countergeluid dat geknipt is voor deze muziek. De (ronduit incestueuze) chemie die hij heeft met zijn zus Silvia (een fantastische Sally Matthews) springt zeer in het oog.

De rest van de cast kent geen zwakke plekken. Zelfs de toch wat versleten stem van Sir John Tomlinson is, in deze rol (Doctor Carlos Conde) en in dit werk, formidabel gecast.

Thomas Adès staat zelf op de bok en weet als geen ander de kracht uit zijn partituur te halen, waarbij zijn gebruik van de ondes-Martenot veel oren verrast zal hebben. De componist bewijst met The Exterminating Angel dat hij tot de grootste operaschrijvers van dit moment behoort. In een industrie die teert op werken die tussen grofweg 1600 en 1910 zijn gecomponeerd, is het een verademing om te zien dat een gloednieuwe compositie op het grootste operatoneel gezet kan worden én weet te overtuigen.

De volgende titel in de bioscoopserie van de Metropolitan Opera is Puccini’s Tosca, live te zien op zaterdag 27 januari 2018.

Vorig artikel

Westbroek en Haitink in topvorm

Volgend artikel

The Fat Lady brengt Mahler in de Koepel

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

3Reacties

  1. Dorothy Hollander
    19 november 2017 at 14:12

    Een geweldig goede weergave van wat ik gisteren in Zaandam heb mogen bekijken. De opera was zo goed dat ik eenmaal thuis meteen weer van de film El angel exterminador heb genoten.Dank Jordi.

  2. Maria
    20 november 2017 at 09:05

    Het was een bijzondere voorstelling. Eerlijk gezegd raakte ik nogal tureluurs van de muziek en de vele hoge (en lang niet altijd mooie) noten van de dames. Het muzikale tussenstuk tussen de eerste en de tweede akte was een hele opluchting. en erg mooi trouwens. Na de pauze werd het beter: of ik was er aan gewend, of het was inderdaad wat rustiger, omdat niet iedereen bijna constant door elkaar zong.
    In Pathe Haarlem heeft niet iedereen die derde akte afgewacht: er waren nogal wat ‘spijbelaars’ na de pauze.
    En ach, de programmafolder: libretto van Emanuel Schikaneder 🙂

  3. Rudolph Duppen
    20 november 2017 at 12:02

    In Pathé Tuschinski was er helaas geen rechtstreekse uitzending vanwege de IDFA. De encore is helaas op een vervelende tijd maar gezien de bijna niet aflatende kakofonie moet ik misschien mijn oren rust gunnen.De muziek van Adès vind ik meestal zeer de moeite waard.

    Ik ben blij dat Schikaneder ook weer werk heeft gevonden.