Operarecensie

Kents klassieke Tosca overtuigt in bioscoop

Het Royal Opera House herneemt dit seizoen Jonathan Kents twaalf jaar oude productie van Tosca. De klassieke voorstelling is nog steeds het aankijken meer dan waard, zo bleek bij de live-vertoning in Cinerama Filmtheater in Rotterdam woensdagavond. Adrianne Pieczonka gaf een fraaie vertolking van de titelrol.

Adrianne Pieczonka en Gerald Finley in Tosca. (© ROH 2018 / Catherine Ashmore)

Jonathan Kent leunt in zijn productie uit 2006 zwaar op de beroemde Zeffirelli-enscenering uit 1964, die nog tot in 2004 werd hernomen. De eerste akte speelt zich duidelijk af in een kerk, compleet met een koor in vol ornaat aan het einde. Scarpia’s kamer in het Palazzo Farnese is een kopie van die bij Zeffirelli, met druipende kaarsen en al. Tosca’s grijsgroene jurk heeft hetzelfde model als de rode jurk die we kennen van Maria Callas en ook de tiara zit op zijn plek. Het vuurpeloton op het dak van Castel Sant’ Angelo draagt militaire uniformen. Het libretto wordt tot in details gevolgd.

De handeling wordt in gang gezet door de ontsnapping van Angelotti uit Sant’Angelo. Hij is één van de consuls van de voormalige Romeinse Republiek, een Franse vazalstaat die maar kort had bestaan voordat de troepen van het koninkrijk Napels er een einde aan maakten. Angelotti was als consul een prominent politicus en is voor politiechef Scarpia een ‘grote vis’, die hij zeker niet wil laten zwemmen. Vandaar de grote urgentie waarmee Scarpia op zijn prooi jaagt.

Cavaradossi wordt hier bij toeval in betrokken, maar zet zonder aarzelen zijn leven op het spel om Angelotti te redden. Tosca raakt erin verwikkeld door haar nieuwsgierigheid, die het gevolg is van haar grenzeloze jaloezie. Feitelijk was alleen Angelotti in politiek opzicht van belang, maar alle drie leggen ze het loodje. Opmerkelijk is dat Scarpia naar eigen zeggen het toevoegen van Tosca aan zijn lijst van veroveringen belangrijker vindt dan het executeren van Angelotti. Door zijn ongetemde geilheid krijgt het verhaal zijn definitieve vorm.

De uiteindelijke body count mag er zijn: twee moorden en twee zelfmoorden, waarvan alleen die van Angelotti buiten beeld blijft. Als zoiets gaande is in een tv-serie, haak ik direct af, maar Puccini’s muziek doet wonderen: je blijft luisteren en kijken. En die moord op Scarpia? Ach, hij kon erop wachten.

Joseph Calleja was een alleszins acceptabele Cavaradossi; goed, maar niet bijzonder. In de hoogste passages viel hij even terug op zijn falsetstem, geen pluspunt. Zijn acteren was basaal en de vreselijk uitziende plunje waarin hij van begin tot eind gestoken was, hielp niet om zijn optreden cachet te geven.

Voor Gerald Finley was Scarpia een rolbeduut. Voor de gelegenheid had hij een baard laten staan. Met een stel nauwelijks bij elkaar gehouden haarextensies deed hij me op de momenten dat hij probeerde er griezelig uit te zien een beetje denken aan Jack Nicholson in The Shining. In zo’n klassieke productie was een pruik meer op zijn plaats geweest, deze Scarpia zag er onecht uit.

Acterend zette Finley echter alle zeilen bij, waardoor toch voldoende dreiging van zijn personage uitging. Finley is een schitterende bariton en we mogen ons gelukkig prijzen dat hij Scarpia aan zijn repertoire heeft toegevoegd. Alle lof.

Adrianne Pieczonka zingt de titelrol al meer dan tien jaar en is duidelijk met haar personage vergroeid. Van begin tot eind toonde ze een Tosca die een bijna pathologische jaloezie paarde aan een enorme wil om voor haar minnaar te vechten. Door gebruik te maken van haar achterdochtigheid lokt Scarpia haar in de val, maar als Cavaradossi hiervan het slachtoffer dreigt te worden, moet hij dat met de dood bekopen.

Een klein minpuntje vond ik Pieczonka’s wat al te laconieke reactie nadat ze Scarpia had neergestoken. Voor een serieus gelovige vrouw is het plegen van een moord hoogst oneigenlijk. Ze zou moeten staan trillen op haar benen. Dat ze de stervende met diepe verachting toespreekt, wil niet zeggen dat ze zelf niet van streek is. Dat kwam hier niet uit de verf. Maar verder was ze in alle opzichten de Tosca die men zich wenst. Over de zang niets dan goeds, het klonk fantastisch.

Dan Ettinger dirigeerde het orkest van de Royal Opera met groot enthousiasme en droeg zeker bij aan de geslaagde uitvoering. Het was een mooie Puccini-avond. Misschien herhaalt het Londense huis in de toekomst zijn Trittico uit 2012 nog eens. Zou mooi zijn.

De volgende live-voorstelling vanuit Londen is Bizets Carmen op dinsdag 6 maart. Zie voor meer informatie www.royaloperahouse.nl.

Vorig artikel

Holland Festival 2018: Benjamin centraal

Volgend artikel

Opera Trionfo op tournee met Antigona

De auteur

Peter Franken

Peter Franken