Uitvinders: goed thema, te weinig fantasie
Uitvinden. Het spreekt direct tot de verbeelding: rook, witte jassen, experimenten, chaos. Voor kinderen van 7 jaar en ouder is dit een zeer goedgekozen thema. Welk apparaat kun je verzinnen? Jammer dat Holland Opera in zijn nieuwste voorstelling Uitvinders (regie Bram Jansen) te weinig een beroep doet op die verbeelding.
Allereerst: schrap de verwachtingen, door het publiciteitsbeeld geschapen, van speels bebrilde laborantjes uit je hoofd. De plot is als volgt: drie volwassenen (Erik Slik, Niek Idelenburg en Marcel van Dieren) werken aan een machine. Een oorlogvoerend leger (dubbelrollen van de drie) krijgt er lucht van en wil het ding inzetten voor het landsbelang. Wat volgt is een (soms letterlijk) getouwtrek om het eigendom van het apparaat.
Tekst is hier de belangrijkste informatiedrager. Het libretto van Carel Alphenaar bekt lekker door volop binnen- en eindrijm. De taal is helder en snel en schuwt geen moeilijke woorden. De uitspraak “je bent zo dom als een zakje pinda’s” is er één die kinderen van 7 jaar mee naar huis nemen.
Muzikaal beleg is er met een elektrisch klinkende en sfeerbepalende soundscape van Roel Slootman. Er gaat op momenten mooie dreiging van uit, verfraaid met live slagwerk (onder meer xylofoon). De opkomst van de soldaten kondigt zich steeds opnieuw aan met een bewerking van de ‘Dans van de ridders’ uit Prokofjevs Romeo en Julia. Ridders – soldaten; een diepgaand inhoudelijk verband tussen deze opera en het balletstuk is niet te vinden.
Daarnaast worden de soldatenpartijen op de melodie gezongen. Daardoor wringt de tekst nogal eens. Lettergrepen zijn opgerekt of ingeslikt om de tekst op elke noot te passen. Het hort en stoot. Zonde voor dit ritmische motief, dat voorzichtig hint naar rap. Hier had de tekst beter op de muziek afgestemd kunnen worden.
Links vooraan op de vloer staat slagwerker Chris Saris. Bij aanvang zetten de uitvinders hem met een afstandsbediening aan, als een voorgeprogrammeerde robot. Grappige vondst. Verwarrend is de implicatie dat hiermee het verloop van het stuk al bepaald is.
Prominent in beeld is een eivormige iglo van witverlichte kubussen te zien. Dit moet de uitvinding zijn? Het oogt als een huisje (schoorsteen erop, kubussen laten zich openen als ramen en deuren) waar ons trio almaar in- en uitkruipt of aan sleutelt (“rode, bruine, gele draadjes, stop ze in de juiste gaatjes”). Wat die uitvinding nu precies behelst of wanneer ze gereed is, blijft onduidelijk. De zilverkleurige overalls van kostuumontwerper Esmee Thomassen lijken astronauten in plaats van uitvinders, alsof het geheel een ruimtewedloop betreft.
Voor de zeer goede verstaander rept het libretto van een te bouwen motor op waterkracht. Hoe rijmt dat met de starre iglo op het toneel? Verder zijn er sneeuw, luchtbellen, gekleurd licht en geluidseffecten: de boel leunt op technisch vernuft. Binnen in het gebouwtje gebeurt het. Het is niet helder waarom de uitvinding aan het zicht van het publiek wordt onttrokken. Het publiek geen deelgenoot maken van wat er op het spel staat, trekt de angel uit het stuk.
Ook de oorlogsdreiging is minimaal verbeeld, door drie fronsende mannen. Het spel is prima; de rolwisselingen gebeuren niet alleen door de kostuums, ook door beweging en stem. Maar het continue op en af rennen, praten, uitleggen en discussiëren weet de spanning onvoldoende vast te houden.
Op driekwart van de voorstelling durft vormgever Douwe Hibma nog een mooie beeldende aanzet te maken bij de opkomst van een legeraanvoerder, schrijlings gezeten op een rondrijdende, levensgrote raket. Hier durft de voorstelling voor het eerst wat surreëel te zijn, al vraag je je af waarom er nóg een uitvinding nodig is. Marcel van Dieren oogt als een stripfiguur, ook door zijn met medailles overladen borst. Smaakt naar meer. Hierbuiten zijn de middelen echter keurig en weinig theatraal: papiergeld, een brief met ‘Contract’ erop en een smartphone op een selfiestick. Het is wat het is. Op verbeelding doet men geen beroep.
De voorstelling, de thematiek bovenal, heeft een aantal goede aanzetten, maar ontbeert fantasie. Het geheel stijgt te weinig uit boven het doorlopende geharrewar tussen de soldaten en de uitvinders. De mannelijke cast bevestigt bovendien de clichés dat zowel uitvinden als oorlog voeren mannenbezigheden zouden zijn.
Uitvinders is tot en met 22 april in een groot aantal theaters te zien. Zie voor meer informatie de website van Holland Opera.