Westbroek straalt in nieuwjaarsconcert
Op papier had het Rotterdams Opera Koor haar nieuwjaarsconcert dik in orde. Een jong orkest, een mooi, afwisselend programma en een prachtig solistenpaar: Eva-Maria Westbroek en haar man Frank van Aken. De uitvoering viel echter wat tegen. Alleen Westbroek maakte echt indruk.
Het Rotterdams Opera Koor toastte gisteravond (2/1) op een voorspoedig 2010 in de Grote Zaal van de Doelen in Rotterdam. Het was de eerste keer dat Eva-Maria Westbroek te gast was bij het koor. Of het daardoor kwam, weet ik niet, maar de zaal zat flink vol.
Het koor had een interessant programma samengesteld, met werken van Verdi (waaronder stukken uit de onbekende opera Oberto), Meyerbeer, Puccini, Boito, Mascagni, Lehár en Strauss.
Het probleem van dat repertoire was echter dat het niet altijd goed aansloot op de stemmen van Westbroek en Van Aken. Met name Van Aken speelde dat parten. Zijn zware Wagner-tenor vond ik alleen als Turridu in Cavalleria Rusticana goed uit de verf komen; daar sloot zijn ruigheid goed aan op zijn rol.
In de andere stukken zat zijn ‘Wagner-wijze’ van zingen hem in de weg. Zijn zwaar vibrerende noten hadden tijd nodig om open te bloeien, terwijl veel stukken om een directere aanpak vroegen. Jammer, want Van Aken zingt niet zo vaak in Nederland, dus als hij dan komt, wil je hem toch het liefst horen in het repertoire waar hij goed in is.
Westbroek zong eveneens enkele fragmenten die niet echt uit haar hedendaagse repertoire leken te stammen, maar zij was zichtbaar en hoorbaar meer in haar element. Al in haar eerste aria – ‘Madre pietosa Vergine’ uit La forza del destino – maakte ze een onuitwisbare indruk.
Alles aan haar was overrompelend: de grootsheid van haar stem, de diepte van haar klank, de intense kracht in haar lage register en bovenal haar gave om alle gevoelens uit de muziek over te brengen op het publiek.
En zo bleef ze de rest van de avond zingen. Van het hartverscheurende ‘Sola, perduta abbandonato’ uit Manon Lescaut tot het zoete ‘Lippen schweigen’ uit Die lustige Witwe, het was allemaal overtuigend.
Al in haar eerste aria maakte Westbroek een onuitwisbare indruk
Het koor daarentegen kwam op mij nogal rommelig over. De inzetten waren meerdere malen onzeker en de samenklanken niet altijd zuiver. Bovendien had ik van zo’n veelkoppige groep meer volume verwacht.
Nu en dan was het ook niet duidelijk waar het koor heen wilde, maar dat lag ook aan dirigent Ago Verdonschot, die niet altijd even helder was in wat hij wilde of het koor niet meekreeg in zijn ideeën.
Het orkest Continuo-Rotterdam was wat dun bezet in de violen, maar begeleidde de fragmenten op mooie wijze, met als opvallers enkele uitstekende houtblazers en een paar sfeervolle passages van de strijkers.
Samen met de mooiere momenten van het koor, de knappe prestatie van Westbroek en de speelvreugde tussen haar en Van Aken, bleek dat genoeg om het publiek enthousiast het nieuwe jaar in te laten gaan. En daar was het allemaal om te doen, nietwaar?
2Reacties
Van Aken slechts een zware Wagner te noemen doet hem onrecht zoals gisteren onder meer bleek uit het Otello fragment waarmee hij gisteravond begon. Een zware Wagner-tenor is overigens een mij onbekend stemtype. Zo zou ik ook ruigheid in zingen niet gelijk verbinden met “op zijn Wagners zingen” net als het zingen met zwaar vibrerende noten. Ik weet niet of deze onjuiste kwalificaties met vooringenomenheid of gebrek aan kennis te maken hebben.
Ik zou van Aken eerder bestempelen als een dramatische tenor die zowel geschikt is voor Heldentenor rollen zoals Siegmund en vanwege zijn “ping” ook de dramatische Italiaanse rollen zoals Canio, Calaf en Dick Johnson. In vergelijking met de hier luid bejubelde Todorovich wint van Aken het in deze rollen op alle fronten al was het alleen maar vanwege zijn squillo om over stijlgevoel maar te zwijgen. Het is jammer dat niemand bij DNO er over gedacht heeft hem te casten voor Dick Johnson.
Helemaal mee eens!
Frank is een geweldige zanger!