Berlioz’ Faust overtuigt in Concertgebouw
Operaliefhebbers hebben drukke dagen achter de rug. Na een fantastische Elektra en een muzikaal sterke Contes d’Hoffmann in het weekend bracht het Concertgebouw op maandag 4 juni een knappe concertante uitvoering van La damnation de Faust. Koor en orkest speelden de hoofdrol in het meesterwerk van Hector Berlioz.
Het Concertgebouw heeft een rijke geschiedenis met de duivelse vertelling van Berlioz. In twintig jaar tijd was dit, voor zover ik kon nagaan, de zesde keer dat het werk te beluisteren was. Dat doet geen enkele opera La damnation na!
De reden voor het Concertgebouw om het fantastisch spelende Malmö Symfonie Orkest en het prachtig zingende MDR Rundfunkchor naar Nederland te halen, was hoofdrolzanger Bryn Terfel. Het binnenhalen van de toerende productie moet voor de concertzaal echter een financiële strop zijn geweest, want er waren maandag nog erbarmelijk veel plaatsen leeg.
Bryn Terfel vult kennelijk geen volle zalen in Nederland, daarvoor is zijn sterstatus niet groot genoeg. Al is het de vraag of er überhaupt nog sterren zijn die de Nederlandse zalen kunnen vullen. Misschien was het publiek ook een beetje moe geworden van al die fantastische indrukken in het weekend. Deze Damnation kon daar niet aan tippen, al was het wel een geslaagde avond.
Berlioz gebruikte zijn opus 1 (Huit scènes de Faust) als bron voor dit geslaagde werk, dat hij geen opera, maar een légende noemde. Het werk leent zich uitstekend voor concertante uitvoeringen, al doet een scenische uitvoering het werk mijns inziens goed, omdat dan verbloemd wordt dat het werk soms de neiging heeft te ‘kabbelen’. De muziek kent niettemin fenomenale momenten. Voor mij zijn dat vaak de orkestrale tussendelen en de koorwerken, zoals de ‘Marche Hongroise’, het ‘Choeurs de gnomes et de sylphes’ en de fabelachtige intro van de romance van Marguerite aan het begin van het vierde deel. Een althobo klinkt nergens indrukwekkender dan in deze hartverscheurende solo.
Maandag hoorden we eens te meer dat de echte hoofdrol in La damnation altijd is weggelegd voor het koor en orkest, mits die van goeden huizen komen. Met het Malmö Symfonie Orkest en het MDR Rundfunkchor was dat zeker het geval.
Marc Soustrot, voormalig chef-dirigent van het Brabants Orkest, liet het orkest zwieren. Soustrot is bij dit orkest helemaal in zijn element. De musici speelden met Franse, accurate helderheid en opzwepend eland, iets wat Soustrot niet klaarspeelde in Eindhoven, waar hij meer dan eens La damnation de Faust dirigeerde.
Het koor uit Duitsland leverde een topprestatie. Enige minpuntje was dat het in sommige passages te dun klonk. Bij het bulderende ‘Irimiru Karabrao’ had ik liever een twee keer zo groot koor gehoord. Maar de zachte passages klonken zeer indrukwekkend.
Over Sir Bryn Terfel had ik graag geschreven dat hij kwam, zag en overwon, maar die typering was net niet passend. Uiteraard is Terfel met zijn rondborstige stemgeluid het ideale type voor iedere Mefisto (naast die van Berlioz heeft hij ook de Gounod-versie talloze malen gezongen). Door zijn ruime ervaring zette hij je ook op het puntje van je stoel. Dat hier een groot zanger stond, merkte je aan alles. Maar hij zong me soms net iets te grofmazig. In één van mijn meest geliefde momenten – de exclamatie van ‘Je suis vainqueur!’, het moment waarop Faust ten val is gebracht – overschreeuwde hij zichzelf zelfs een beetje. Maar het klonk wel allemaal des duivels.
De Amerikaanse tenor Paul Groves heeft zich de rol van Faust geheel eigengemaakt. In 1999 zong hij de partij al in Salzburg. Daarna heeft hij de rol over de hele wereld gezongen. In het Concertgebouw klonk hij goed, maar ook een beetje moe. Niet onbegrijpelijk als je bedenkt dat hij de zware rol zondag ook al in Antwerpen had gezongen. Zijn solomomenten doorstond hij prima, maar ik werd nergens ontroerd.
Sophie Koch had de dankbare taak om Marguerite ten gehore te brengen, maar de Franse mezzosopraan had het hoorbaar lastiger dan de heren. Ook zij klonk vermoeid. Ze heeft een grote stem, maar had die niet altijd onder controle. Haar tweede aria vertolkte ze beter dan haar eerste, maar voor mij revancheerde ze zich er onvoldoende mee.
De korte rol van Brander van Edwin Crossley-Mercer was een verrassing. Ik heb deze zanger niet eerder gehoord, maar hij heeft een enorme staat van dienst en zong daar ook naar. Een mooie, krachtige bariton. Hij droeg volop bij aan wat uiteindelijk toch een mooie opera-avond was.
4Reacties
Ik vond het (zondag in de Elisabethzaal in Antwerpen) toch een formidabele uitvoering. Zelden bepaalde details in het orkest zo mooi gehoord. En toch schitterende koren.
Bryn Terfel voelt zich in deze rol natuurlijk als een vis in het water en dus geeft hij zijn nummertje ten beste, soms misschien een beetje té, maar zijn “Je suis vainqueur !!!” deed me toch kippevel krijgen. Ik vond persoonlijk Sophie Koch goddelijk zingen (erg persoonlijke smaak ?), prachtige stem EN ontroerend. Ik heb trouwens nog enorme geode herinneringen aan haar Genièvre in ‘Le Roi Arthus’ destijds in Parijs… Paul Groves zong mooi, maar ik vond hem soms wat geknepen in de hoogte… En inderdaad goede Brander…
Zoals ik zei, schitterend.
Het was trouwens een drukke zondag voor mij, ik had net ‘La clemenza di Tito’ in de Vlaamse Opera achter de rug (zie daar)…
Een mooie recensie. Dat het koor af en toe wat magertjes klonk lag meer aan de opstelling van het koor achter het orkest dan aan de kwaliteit van de zangers. Er was genoeg plaats op het podium om een andere opstelling te kiezen. Orkest en koor zongen voortreffelijk en Soustrot hield de vaart erin. Sir Bryn Terfel is een zanger met een enorme présence om het woord charisma niet te gebruiken. Zonder een woord te zingen domineerde hij meteen het podium. Zijn vertolking was misschien niet zo idiomatisch maar wel zeer overtuigend en dramatisch.Dat zo’n grote stem nog zo wendbaar kan zijn is opmerkelijk. Inderdaad Sophie Koch en Paul Groves klonken vermoeid. De rol van Faust is door zijn ligging ook vervaarlijk moeilijk. Groves sloeg zich er waardig door heen. Sophie Koch heeft een prachtige stem maar ze zong haar rol niet zo genuanceerd. Ik heb mooie herinneringen aan Régine Crespin o.l.v. Haitink in Het Concertgebouw in deze rol. Van Edwin Crossley-Mercer willen we graag meer horen.
Blijkbaar heb ik een persoonlijke boon voor Sophie Koch. Het ligt (buiten haar prachtige stem) ook aan haar uitstraling…
Ik wil hier ook even reageren op het artikel over de Copenhagen-Ring
(en sorry dat ik nog eens zaag maar dit is nou net zo’n artikel waar het ontzettend jammer is dat er niet -meer- erachter kan gereageerd worden) maar dus:
Die Holten-Ring heb ik nog niet helemaal gezien, wel enkele fragmenten. Het lijkt er soms nogal… cru aan toe te gaan…
Ik ben wel beniewd naar die analyse.
Voor mij is de Chereau-Ring ook een mijlpaal om niet genoeg van te krijgen. En zijn invloed is inderdaad merkbaar: sindsdien laten bv bijna alle regisseurs de draak weer in een reus veranderen voor hij sterft. De Kupfer-Ring (van Bayreuth) vind ik anders ook enorm indrukwekkend.
En natuurlijk alle respect voor de tijdloze Audi-Ring.
Van een aantal ook voor mij iconische Ringen vind ik het spijtig dat er (nog) geen DVD opnames van bestaan:
De ’tunnel’ Ring van Götz Friedrich (die ik helaas nooit gezien heb).
Die van Lehnhoff (en Sawallisch) die wel op youtube te zien is maar waar dus nooit een DVD opname is verschenen.
Die van Carsen in Keulen die er hopelijk nog eens hernomen wordt EN opgenomen…
Ik was ook (zo goed als) compleet NIET te spreken over de Castorf-Ring, enkele mooie en indrukwekkende decors uitgenomen…wat me niet belet deze zomer nog eens de -losse- Walküre ervan te gaan zien (olv Domingo!) maar dat was dan nog het best (of minst slecht) gelukt onderdeel ervan.
En tenslotte ben ik razend benieuwd naar wat Herheim er in 2020 in Berlijn gaat van maken. En laten we dan hopen dat het niet de toer opgaat van zijn FANTASTISCHE Bayreuth-Parsifal die om obscure redenen niet op DVD mocht verschijnen…