Operarecensie

Drie topvrouwen in Brusselse Elektra

De Munt in Brussel heeft een Elektra op het toneel gezet met een eersteklas vrouwentrio in de hoofdrollen: een ontroerende Eva-Maria Westbroek, een prachtig overdreven Doris Soffel en een fantastische Evelyn Herlitzius, die debuteerde als Elektra.

(Foto: Bernd Uhlig.)
(Foto: Bernd Uhlig.)

Eén van de meest fascinerende en moderne opera’s die ik ken, is Elektra. Het vuur in deze explosieve en hete muziek heeft nog altijd niet haar kracht verloren, zelfs niet na een eeuw geschiedenis (de wereldpremière was in Dresden, 1909).

Het is daarom geen toeval maar juist een bewijs van de vitaliteit van deze opera dat je alleen al in januari in zeven verschillende theaters in Europa producties van het meesterwerk van Richard Strauss kunt zien.

Van al die mogelijkheden koos ik ervoor om naar Brussel te gaan. Wat me vooral aantrok: het fantastische vrouwentrio dat in de hoofdrollen zou gaan zingen, en dan in het bijzonder de Duitse sopraan Evelyn Herlitzius, die zou debuteren als Elektra.

Om met het slechte nieuws te beginnen: de coproductie met het Liceu uit Barcelona (waar de productie in 2008 te zien was) is niets nieuws onder de zon. In plaats van het monumentale paleis van Mycenae heeft kostuum- en decorontwerper Patrick Kinmonth een ongedefinieerde plaats gecreëerd. Iets als de achterkant van een theater of misschien van een kerk, dat slechts één positief aspect heeft: het maakt het toneel groter dan het is.

De regie van Guy Joosten – met de nodige verwijzingen, van Sunset Boulevard tot Michelangelo’s Pietà – kan niet overtuigen. Het geeft geen psychologische diepte aan de karakters, maar laat enkel wat mooie plaatjes zien, die in feite nergens toe leiden.

Hetzelfde moet helaas gezegd worden van de muzikale leiding van Lothar Koenings, die de partituur berooft van zijn bijna expressionistische kracht door voor veel bredere tempi en schaarse accentuering van de dramatische hoogtepunten te kiezen. Mijn vriend viel in slaap tijdens de entree van Orest.

Aan de andere kant zorgt die ontspannende wijze van spelen wel voor een comfortabeler en fijnere zang. En dat is als het om Elektra gaat nieuw en zelfs verrassend mooi voor mij.

Westbroek vertolkt doeltreffend en emotioneel haar rol

Enorme stembeheersing, veel ademsteun en een zeer uniform timbre: dat zijn de hoofdkwaliteiten van de vertolking die Evelyn Herlitzius geeft van de zeer veeleisende rol van Elektra.

Haar interpretatie zet op bepaalde punten een nieuwe standaard. Niet alleen de gewelddadige uitbarstingen van metalige hoge noten of de excessieve zang die het schreeuwen overstijgt, maar ook de precieze uitdrukking van Elektra’s verlatenheid en hang naar wraak staan centraal bij haar. Ze zingt zeer geconcentreerd op de tekst en het verhaal en laat de hoogspanning in de finale geen moment inzakken.

Aan haar zijde wordt de rol van Chrysothemis – de zwakke, vrouwelijke zus van Elektra – vertolkt door één van de meest veelzijdige sopranen van vandaag: Eva-Maria Westbroek. Ze zal deze rol ook op de Salzburger Festspiele zingen deze zomer.

Westbroek stopt alle mogelijke vrouwelijke warmte en gepolijste klanken in haar stem, waardoor ze doeltreffend en emotioneel het onmogelijke verlangen naar geluk verklankt.

Hoogtepunt in de show is de ‘campy’ entree van Doris Soffel in een Norma Desmond-outfit. Ze is zonder meer de mooiste Klytämnestra die ik ooit gezien heb. Ze heeft de uitstraling van een filmster en een natuurlijke, fascinerende dominantie op het toneel.

Daarbij zingt ze ook nog eens indrukwekkend. Om de kwellingen van het muzikaal gezien meest complexe karakter van de opera uit te drukken, gaat ze – naast enorme hoge noten – het gebruik van declamatie en dissonanten in het middenregister niet uit de weg, wat leidt tot een adembenemende vertolking van haar rol.

Minder luxe is de casting van de mannelijke rollen: de Duitse bas-bariton Gerd Grochowski als Orest en de Amerikaanse tenor Donald Kaasch als Ägisth. Zij tonen geen enkele neiging de show van de dames te stelen. Maar op een bepaalde manier is dat een daad van ridderlijkheid die je zelden op het operatoneel ziet.

Elektra is tot en met 4 februari nog zes keer te zien. De vrouwelijke hoofdrollen zijn dubbel bezet. Zie voor meer informatie de website van De Munt.

Alessandro Anghinoni is correspondent van Place de l’Opera in Berlijn. Hij is Italiaans maar woont sinds 2000 in de Duitse hoofdstad. Hij is vertaler van beroep en schrijft regelmatig over opera. Voorheen voor bladen als Opernwelt, tegenwoordig op zijn blog Operello&Operella.

Vorig artikel

Schwanewilms zegt recital af

Volgend artikel

Der Untergang: Wagner’s Rienzi in Berlin

De auteur

Alessandro Anghinoni

Alessandro Anghinoni

4Reacties

  1. Jan
    25 januari 2010 at 15:33

    Ik ben het eens met de schrijver. Evelyn Herlitzius was gewoon prachtig.

  2. Kevin
    25 januari 2010 at 17:18

    Poor sleeping friend. 🙂 Not a good sign for a spectacular ELEKTRA.

  3. 27 januari 2010 at 03:58

    Ik zou deze combinatie van prachtige dames ook graag zien/horen,
    maar lees tot mijn ongenoegen dat Herlitzius alleen maar de premiere zingt, alle andere data zingt Nadine Sucunde….
    Jammer jammer.

  4. Basia Jaworski
    27 januari 2010 at 10:45

    Het is niet helemaal zo.
    In Brussel werken ze bijna altijd met een dubbele cast.
    Op de site van de Munt staat wie wanneer zingt.
    Ga erheen – het is meer dan de moeite waard.
    Ik ben er ook geweest en heb immens genoten. Ook van de productie zelf.