Luxe Lohengrin met haperende Heppner
Een luxe bezette Lohengrin vormde de piek van de ‘Wagner-Wochen’ van de Deutsche Oper Berlin. Waltraud Meier zong een uitmuntende Ortrud, Ben Heppner maakte de verwachtingen van het publiek waar en Ricarda Merbeth completeerde op fantastische wijze de cast.
Bij de productie van Lohengrin van de Deutsche Oper Berlin mag je met recht spreken over een toptien-casting, een luxe bezette opera. Het Berlijnse operahuis heeft enkele superzangers gecast voor rollen die hen ook nog eens op het lijf geschreven zijn.
Het publiek beloonde die scheutigheid bij voorbaat door het theater tot op de laatste, gelukkig niet extra prijzige stoel te bezetten. En ook voor mij geldt: petje af voor het succes van de casting director.
De productie zelf is één van de schatten uit het ‘tijdperk Götz Friedrich’. De enscenering ging in 1990 in première en heeft – met ogen van vandaag bekeken – de museumkwaliteiten van een middeleeuws meesterwerk. Het vertelt simpelweg het verhaal en gebruikt de decors die Wagner bedoeld had voor deze ‘romantische Oper’ uit 1850.
Met name de verwachtingen rondom de warme en schitterende stem van Ben Heppner waren hooggespannen. En er waren zeker prachtige momenten in zijn vertolking van Lohengrin. Jammer genoeg eindigde de avond van de Canadese tenor met een onverwachte en ernstige inzinking, rondom de vertelling van de Heilige Graal.
Hierdoor had het kwaad de overhand, in de persoon van de spannende, bevende Ortrud die Waltraud Meier neerzette. Haar aanwezigheid op het toneel, haar schoonheid als vrouw en in het bijzonder haar zangtechniek (het lage en middenregister knalraak, flink stuwende hoge noten) waren imposant.
Het is ongelofelijk dat zo’n erkende ster – waarschijnlijk de meest bekende Duitse sopraan – nooit eerder op het toneel van de Deutsche Oper stond. Haar lange carrière en haar beginjaren als mezzo hebben haar stem de doordringendheid en de onbetwistbare autoriteit gegeven om een buitengewone Ortrud te zingen.
Tussen de twee symbolische polen Lohengrin en Ortrud in heeft de lyrische en ‘doorschijnende’ rol van Elsa weinig ruimte om uit te komen. Ricarda Merbeth verpersoonlijkte echter, zowel met haar stem als met haar spel, knap de tragedie van de arme vrouw.
Het menselijk lot valt gemakkelijk te betwijfelen en we hebben niet altijd de kracht om de bewijzen waar we mee geconfronteerd worden te weerstaan: dat is wat Elsa moet uitdrukken met haar zang en Merbeth, wiens strakke discipline vrij is van alle eigendunk, was in die zin precies de goede cast voor de rol.
Vocaal in uitstekende vorm was ook Eike Wilm Schulte als Telramund. Zijn tenorale bariton ging prima samen met zijn interpretatie van de misleidde echtgenoot, geruïneerd door de ononderdrukbare verlangens van zijn vrouw Ortrud.
De solisten kregen groot applaus na afloop, Heppner werd uit beleefdheid niet uitgesloten. Flinke ovaties waren er ook voor het koor (onder leiding van William Spaulding) en het orkest van de Deutsche Oper, gedirigeerd door Michael Schonwandt.
Ik hoop dat Heppner zich herstelt voor de resterende speeldata, op 6, 9 en 13 februari.
Alessandro Anghinoni is correspondent van Place de l’Opera in Berlijn. Hij is Italiaans maar woont sinds 2000 in de Duitse hoofdstad. Hij is vertaler van beroep en schrijft regelmatig over opera. Voorheen voor bladen als Opernwelt, tegenwoordig op zijn blog Operello&Operella.
2Reacties
“De warme en schitterende stem van Ben Heppner”? We must have been in a different performance. And what about Eike Wilm Schulte visually, in that horrendous black leather outfit, blond wig and those boots, looking like a cartoon character on speed (singing gloriously, okay… but those waving arms and that miniature sword for the Gottesgericht)?
de verwachtingen rondom de warme en schitterende stem!