Operarecensie

ROH brengt ingewikkelde Forza in bioscoop

Veel personages, ingewikkelde intriges en veel verschillende locaties: La forza del destino van Verdi is een lastige klus voor operahuizen. Ook bij het Royal Opera House laat men een paar steken vallen, zo bleek dinsdagavond tijdens een live-bioscoopvertoning in het Heerenstraat Theater in Wageningen, maar het geheel blijft gelukkig overeind staan.

Anna Netrebko en Ferruccio Furlanetto in La forza del destino. (© 2019 ROH / foto Bill Cooper)

La forza del destino, gebracht in de Amsterdamse productie van Christof Loy, barst los met het noodlotsthema van Leonora. Antonio Pappano voert het orkest op de hem karakteristieke wijze; krachtig en precies. Dan gaat het doek open en zien we een stil tafereel. Prima gespeeld door de cast, maar hier beginnen tegelijk de problemen van deze productie.

Alsof het verhaal nog niet ingewikkeld genoeg is, introduceert Loy een extra personage. Hij gaat bovendien aan de haal met de belangrijkste thema’s van de opera – religie en een verstikkende familie – en doet dat in een bijna surrealistisch, symbolisch toneel. Ja, het doet bezinnen op wat er in deze opera aan de hand is en belicht het ouder worden van de personages, maar hoeveel ingewikkelder moet de opera worden?

Als de eerste akte officieel begonnen is en de regie wat rustiger wordt, schotelt Verdi hoofdpersoon Leonora direct een lastige aria voor (‘Me pellegrina ed orfana’). Het wordt duidelijk waarom Eva-Maria Westbroek er destijds in Amsterdam voor koos om de rol zeer dramatisch te benaderen. De aria bevat een groot aantal monotone zinnen en tussendoor een overdaad aan gespring door passaggi. Bij Anna Netrebko (toch één van de beste sopranen) zijn de zinnen weinig consequent van toon en de mate waarin ze controle heeft over de vele sprongen doet je vraagtekens zetten bij haar vertolking. Het applaus na de aria is er niet minder om.

Netrebko pakt haar rol vocaal verder prima op, maar ik blijf tobben met de vraag: wie is dit personage eigenlijk? Veel verder dan iets als ‘getekend door het noodlot’ komen we niet. De productie was sterker geweest als er meer gezocht was naar een invulling van haar karakter.

Ook tenor Jonas Kaufmann heeft dat probleem. Hij komt energiek op in het keurig gezongen hoge duet ‘Ah! per sempre o mio bell’angiol’, maar de vraag wie Don Alvaro eigenlijk is, blijft onbeantwoord. Hij is een Peruaanse edelman (met een beetje fantasie ziet hij er ook zo uit), maar daar wordt verder niets mee gedaan. Hij zingt in zijn aria aan het begin van de derde akte dat hij geboren is in de gevangenis en opgegroeid in de woestijn. Dat is echter amper te merken aan zijn vertolking. Mijn indruk is dat hij zijn rol enigszins op de automatische piloot speelt. Het voelt als een gemiste kans (wat indertijd met Roberto Aronica in Amsterdam niet zo was.)

Na de eerste akte komt er lager, zwaarder materiaal voor Kaufmann. Hij beheerst het prima. Pas in het tweede tafereel van de vierde akte laat hij echter een performance zien die echt oprecht aanvoelt. Hij wordt ook iets emotioneler. Maar dan is de opera al bijna vier uur bezig (pauzes inbegrepen).

Kritische aantekeningen van mijn kant dus voor Netrebko en Kaufmann, normaal beiden behoorlijk sterk. Het superingewikkelde verhaal, dat door toeval (noodlot) aan elkaar hangt, maakt het hen ook niet makkelijk.

Jonas Kaufmann in actie in La forza del destino. (© 2019 ROH / foto Bill Cooper)

De derde grote rol, Don Carlo, de broer van Leonora, is in het verhaal een veel duidelijker karakter en wordt fantastisch gespeeld door Ludovic Tézier. Hij zoekt de hoeken van zijn personage op, is duidelijk in zijn spel en zingt zijn rol met rauw realisme. Dankzij Tézier komt het drama in de tweede en derde akte redelijk uit de verf.

Wat de productie niet helpt, is dat er regelmatig rare dingen gebeuren in de regie van Loy. In de eerste akte zien we een zelfmoordpoging bij de nobele Don Alvaro; zijn relatie met Leonora lijkt even een toxische relatie te zijn. Dieptepunt in de tweede akte is dat de vloek die wordt uitgesproken over degene die de grot binnengaat, dreigend tegen Leonora wordt gezongen, alsof de monniken haar aan het vervloeken zijn. Ondertussen drukken enkele monniken haar tegen de grond.

Loy heeft die scène nodig om later een door haar beleefde verkrachting de opera in te sluizen, die echter niet goed te zien is in de filmopname. Het is heel onlogisch en maakt de opera alleen maar ingewikkelder. Aan de andere kant: het tafereel met kaarsen vlak na de kwade vervloeking/bijna-verkrachting is een prachtige vondst. Het maakt het vertrek van Leonora een intiem en bijzonder moment.

De productie laat dus steken vallen, maar is toch geen teleurstelling. De massascènes aan het eind van de derde akte en het begin van de vierde zijn zorgvuldig geënsceneerd, net als het massale gespring en gefeest in de herberg. Het decor is sterk: een landhuis dat steeds verder gedemonteerd wordt, maar aan het eind weer herrijst. De eerste akte is nog steeds ‘aanwezig’ bij Leonora, al zit ze nu in de grot.

Het Royal Opera House zet zijn bioscoopserie op 30 april voort met een live-vertoning van Faust van Gounod. Zie voor meer informatie www.royaloperahouse.nl.

Vorig artikel

ZaterdagMatinee speelt Verdi's Nabucco

Volgend artikel

Christie dirigeert Johannes bij KCO

De auteur

Peter 't Hart

Peter 't Hart

Peter 't Hart reist stad en land af voor opera. Met een literatuurachtergrond intrigeren de verhalen hem enorm. Sinds 2013 zingt hij zelf ook (tenor).

2Reacties

  1. Willem
    4 april 2019 at 14:25

    In de bioscoop in Purmerend gezien. Alleen het ballet en dansen mag van mij korter. Verder genoten,prachtige ouverture. Nu zie je ook de solo’s van de orkestleden.

  2. Rudolph Duppen
    4 april 2019 at 20:08

    La Forza del Destino blijft een problematisch werk. Het tijdsverloop tussen de aktes (tussen aktes I en II zitten 18 maanden en tussen aktes 3 en 4 vijf jaar) maakt het noodzakelijk dat de hoofdpersonen hun verleden aan elkaar moeten uitleggen via gezongen vertellingen. Wagner doet dat natuurlijk ook maar gebruikt daarbij een systeem van leidmotieven om het geheel cohesie te geven. Verdi maakt een nogal letterlijk gebruik van een paar motieven waaronder natuurlijk het noodlotsmotief uit de ouverture om de indruk te wekken dat een nogal episodisch werk cohesie heeft. Ik parafraseer hier gedeeltelijk het slot van het artikel in deel II van The New Grove Dictionary of Opera. Het is al vaker opgemerkt dat deze opera wat het episodische karakter betreft een voorloper is van Prins Igor en Boris Godunov.

    Deze voorstelling uit het ROH had ondanks de dramatische inspanningen van de hoofdpersonen iets onderkoelds. De drie hoofdpersonen zaten vast in de ketenen die anderen en zij zelf gesmeed hadden en waaruit geen ontsnappen mogelijk was.Er was geen chemie tussen de hoofdpersonen en er was nauwelijks ruimte voor ontroering of mededogen met de karakters Netrebko, Kaufmann en Tézier zongen goed maar het werd nergens meeslepend. Er werd naar mijn smaak ook veel te hard gespeeld en gezongen maar dat kan ook aan de afstelling van de apparatuur in The Movies in Amsterdam gelegen hebben. Echte chemie was er wel tussen de heerlijke Melitone van Corbelli en de meesterlijke Padre Guardiano van Furlanetto. Wat zij hebben ingeboet aan vocale kracht compenseren zij met persoonlijkheid en uitstraling.