Hui He geeft New Yorkse Butterfly hart
Na Turandot op 12 oktober bracht de Metropolitan Opera zaterdag weer een Puccini in de bioscoop, Madama Butterfly, eveneens in een enscenering van een inmiddels overleden regisseur. De creatie van Anthony Minghella viel echter tegen in vergelijking met Zeffirelli’s Turandot. Gelukkig gaf Hui He een fantastische vertolking van de titelrol.
Waar Turandot een opera met spektakel is, is Butterfly een werk met een meer intrinsieke beleving. Alle producties die ik ken, hebben iets abstracts. Kent u een productie waarbij het huisje van Cio-Cio-San daadwerkelijk een huis is? En waarin de heuvel met de tuin te zien is? De handvol producties die ik ken, werden niet zo geënsceneerd. Terwijl het toch een veristische opera is en realisme op het toneel op zijn plaats is.
Lastig in Butterfly is het zoontje dat Cio-Cio-San blijkt te hebben. Volgens het libretto is hij 2, hoogstens 4 jaar oud. Een moeilijke leeftijd voor figuranten. Een pop biedt vaak een oplossing, zoals ook in deze productie. Er is geprobeerd om dat in de regie te integreren door op twee andere momenten ook poppen te gebruiken. Ze zien er goed uit en worden professioneel tot leven gebracht, maar voor mij betekent het toch een ‘dip’ in het realisme van het verhaal. Al raak je er in de derde akte wel aan gewend.
Behalve het neerzetten van het zoontje staat een regisseur van Madama Butterfly voor meer uitdagingen, zoals het aanbrengen van genoeg variatie in de constante setting. Minghella komt met zijn oplossingen weg, maar daar blijft het ook bij.
Gelukkig kent de opera een kloppend hart in de persoon van Hui He als Cio-Cio-San. Haar performance is volkomen geloofwaardig. Ze weet de hoeken van het meisje op te zoeken: naïef, krampachtig hoopvol, ernstig als het om de dood gaat en vooral vasthoudend aan die prachtige positiviteit. Hui He brengt het allemaal in. Ze klinkt wel wat nasaal en is soms happig met korte noten, maar haar optreden raakt echt.
Het is ook een verademing om een Aziaat te zien in de door blanken gedomineerde cast. Ik snap wel dat de Met geen blanken als Aziaten op het podium wil zetten, maar het gevolg is dat bijvoorbeeld oom Bonzo te veel een Amerikaan in een Japans kostuum is, waardoor hij niet uit de verf komt.
De rest van de cast is goed, maar springt er niet uit. Dat hoeft ook niet natuurlijk; dit is het verhaal van Butterfly. Sharpless, gespeeld door Paulo Szot, laat in de eerste akte een weinig kritische houding zien tegenover het geënsceneerde huwelijk van Pinkerton. Daar had misschien meer dramatiek ingezeten; hij is nu wat nonchalant.
In de scène waarin Cio-Cio-San haar spulletjes uitpakt, voel je goed de cultuurclash. Ook het slotduet is heel mooi. Goed werk van tenor Bruce Sledge, die, zo wordt benadrukt, komt invallen en zijn roldebuut maakt, nota bene live in meer dan tweeduizend bioscopen.
Het orkest wordt er subtiel onder geschoven door Pier Giorgio Morandi. Het is niet altijd gelijk, maar er wordt mooi voorzichtig gemusiceerd.
Gezien in Pathé Ede. De volgende live-vertoning vanuit New York is Akhnaten van Philip Glass op 23 november, te zien in vijftien vestigingen van Pathé. Zie voor meer informatie de website van Pathé.