Operarecensie

And the Oscar goes to… Alain Altinoglu

Op de valreep van het Offenbach-jaar (tweehonderd jaar geleden zag de componist het levenslicht) brengt de Munt in Brussel een nieuwe productie van zijn zwanenzang: Les contes d’Hoffmann. De regie is wankel, de hoofdrolzangeres valt tegen, maar maestro Alain Altinoglu maakt er toch een feest van.

Patricia Petibon en Eric Cutler in Les contes d’Hoffmann. (© Bernd Uhlig)

Les contes d’Hoffmann ging een halfjaar na Offenbachs overlijden in 1880 in première en staat sindsdien te boek als één van de meesterwerken uit de operaliteratuur. Toch verrassend, aangezien Offenbach zich tot dat moment vrijwel volledig had toegelegd op de Franse operette, een genre dat hij (als Duitser nota bene) op de kaart had gezet.

Een nieuwe productie van dit meesterwerk is altijd een uitdagende klus. De opera bevat veel verschillende versies, wellicht de meeste van alle opera’s. Dus bij het produceren van een nieuwe voorstelling dienen er muzikale keuzes gemaakt worden. De versie van de Munt laat de opera in alle facetten gloriëren. In de basis wordt de oerversie van de opera gespeeld, aangevuld met de muzikale recitatieven, en er is relatief weinig geschrapt.

De opera biedt ruimte aan veel interpretaties. De achterliggende reden is dat het verhaal gebaseerd is op de bestaande Duitse dichter (en componist) E.T.A. Hoffmann. Hoffmann is verliefd op de operazangeres Stella, die triomfeert in uitvoeringen van Don Giovanni in het theater om de hoek van de kroeg waar Hoffmann moet toezien dat zijn geliefde dreigt te worden gekaapt door de politicus Lindorf.

De muze beklaagt zich over Hoffmanns losbandige en daardoor weinig creatieve levensstijl en vermomt zich als de student Nicklausse (een man in het verhaal). De studenten, aangevoerd door Nicklausse, verleiden Hoffmann om over zijn drie geliefdes te vertellen, die ieder voor zich een facet van Stella vertegenwoordigen (de pop Olympia, de zangeres Antonia en de courtisane Giulietta). Na deze mislukte liefdesverhalen, waarin een duivelskarakter telkens de liefde verstiert, eindigt de opera met een stomdronken, verlaten en gebroken Hoffmann, die echter wel zijn creativiteit heeft teruggewonnen.

Regisseur Krzysztof Warlikowski liet zich inspireren door de film A Star Is Born. (© Bernd Uhlig)

Voor de productie werd de Poolse Krzysztof Warlikowski aangesteld, bekend van onder meer de bekroonde Wozzeck bij De Nationale Opera in 2017. Walikowski laat zich vaak inspireren door popart en filmkunst. Deze Hoffmann wordt gesitueerd in de filmindustrie van de jaren zeventig. Hoffmann is filmregisseur en Stella is zijn actrice, die drie verschillende rollen speelt. De slechterik neemt geleidelijk steeds meer de gedaante aan van de ‘Joker’. Aan het eind van de voorstelling wordt de epiloog onderbroken voor een Oscar-uitreiking aan Stella, die wreed door de stomdronken Hoffmann wordt verstoord.

Deze onnodige onderbrekingen hadden van mij niet gehoeven en voegden ook niet veel toe aan de voorstelling. Het concept werkte dan ook niet geheel goed. Het waren uiteindelijk slechts beelden, geen toegevoegde inhoud. Wat deed de Joker in een verhaal over liefde? Waarom tippelden er drie Marilyn Monroe-achtige dames rond over de set? Waarom werd er continu met een (draadloze!) microfoon rondgezeuld (geen link met de film, wel met popmusici)? Het geheel was niet consistent en ook niet duidelijk genoeg.

Na afloop mompelde mijn gezelschap: is er niet een film met Lady Gaga die gaat over het succes van een artieste van wie de vriend aan lager wal raakt? Precies! De film A Star Is Born gaat over een beroemde zanger die een zangeresje ontdekt en groot maakt, maar zelf ten onder gaat (overigens een derde remake van een origineel uit 1937). Ik kende de film niet, maar wist direct dat dit de link was die Warlikowski wilde leggen. Jammer en onnodig elitair om van je publiek te verwachten dat ze alles kennen.

Scène uit Les contes d’Hoffmann. (© Bernd Uhlig)

Vocaal was er zeker veel te genieten. Eric Cutler zette een puike Hoffmann neer. Zijn stem lijkt enigszins op die van John Osborn (anderhalf jaar terug Hoffmann bij De Nationale Opera), maar dan iets strakker. De heroïsche exaltaties in het Giulietta-bedrijf werden hem iets te machtig, maar verder zong hij uitstekend. Gábor Bretz was een zeer competente vierkoppige schurk (de Joker), krachtig gezongen.

In de rol van de muze en Nicklausse hoorden we een voortreffelijke Michèle Losier. Nicklausse bleef hier overigens een vrouw, die er geen moeite mee had om de geliefdes van Hoffmann zo nu en dan als lustobject te ontvangen. In de bijrollen hoorden we een fantastische Sylvia Brunet-Grupposo als de moeder van Antonia, een sterke Loïc Félix als de dienders, een frisse Yoann Dubruque als Schlémil en Herrmann en de immer goed zingende Sir Willard White (binnenkort bij DNO in Mahagonny) als Luther en Crespel.

De deceptie van de avond was voor mij de bekende Franse sopraan Patricia Petibon. Lang geleden zong zij al eens de rol van Olympia in de fenomenale productie van Robert Carsen (Parijs, te verkrijgen op dvd), maar hier mocht ze haar tanden stukbijten op alle vier geliefdes. In de rol van Olympia liet ze horen dat ze wat ouder was, maar op zich nog wel de coloratuurvaardigheid had. In de fenomenale pop-aria maakte ze er echter een potje van met eigengereide ombuigingen die de muziek niet dienden. Haar aria in de rol van Antonia zong ze over het algemeen vals en schel, zonder enige ademsteun. Haar spel hielp haar ook niet echt (er werd een pop-song van gemaakt, die opgenomen werd door Hoffmann en Frantz). De rol van Giulietta vervulde ze vergelijkbaar met die van Antonia. Nee, die Oscar had ze wat mij betreft zeker niet verdiend.

Wie de voorstelling uiteindelijk toch tot een waar Offenbach-festijn maakte, was de chef-dirigent van de Munt, Alain Altinoglu. Hij leidde het Muntorkest en -koor met stijl, finesse en grandeur. Het pakte fantastisch uit. Een triomf. Als er al iemand een Oscar verdiende, dan was hij het!

Les contes d’Hoffmann is nog tot en met 2 januari 2020 te zien. De hoofdrollen zijn dubbel bezet. Zie voor meer informatie de website van de Munt.

Vorig artikel

Koningsberger zingt Winterreise in Zeist

Volgend artikel

Lied Festival Zeist start verkoop jubileumeditie

De auteur

Lennaert van Anken

Lennaert van Anken