Operarecensie

Vier monden in het Amstel Hotel

Het vocale kwartet Quatre Bouches gaf gisteravond een vlot concert met boeiend, twintigste-eeuws repertoire in de prachtige Spiegelzaal van het Amstel Hotel. De zang was niet altijd zo fraai als de kroonluchters, maar overtuigen deden de vier solisten wel.

Het Amstel Hotel.

Sopraan Bauwien van der Meer, alt Petra Ehrismann, tenor Gerben Houba en bariton Michel Poels vonden elkaar in 2005 en richtten het vocale kwartet Quatre Bouches op. Ze zongen met kamermuziekprogramma’s op diverse plaatsen in Nederland en waren te gast bij verschillende festivals, zoals het Kamermuziek Festival Hoorn.

Het Grachtenfestival nodigde Quatre Bouches uit om één van de avonden in de Spiegelzaal in het Amstel Hotel in te vullen. Het kwartet deed dat op originele wijze. Het stelde een programma samen met muziek van Lukas Foss, Arnold Schönberg, Darius Milhaud, Igor Stravinsky, Dmitri Sjostakovitsj en Samuel Barber. Allemaal twintigste-eeuwse componisten.

De verschillende werken volgden elkaar vloeiend op. Met dank aan het enthousiasme en het acteervermogen van de vier zangers (en de creatieve regie-adviezen van Evi de Jean) was er allerminst sprake van een statische voordracht.

De mini-opera Introductions and Goodbyes van Lukas Foss, over de aankomst en het vertrek van allerlei gasten op een feest, was een uitstekend, luchtig openingsnummer van de avond. De solisten speelden het kleine werkje op doodeenvoudige maar niettemin creatieve wijze en brachten het dichtbij het publiek door de gehele zaal te benutten.

De daaropvolgende drie liederen van Darius Milhaud vond ik minder geslaagd. Een Nederlandse vertaling van de Franse teksten was wat mij betreft wel gewenst geweest om de liederen toegankelijk te maken. Bovendien bleken de zangers minder te bieden te hebben als er even geen theatrale toevoegingen aan te pas kwamen, zoals bij Milhaud het geval was.

Sopraan Van der Meer vond ik qua klankkleur en volume niet goed mengen met de rest van het kwartet. Regelmatig rees ze ver boven de anderen uit. Verder klonken de zangers, op bariton Poels na, lang niet altijd comfortabel, soms zelfs geforceerd.

Als er wél een stukje theater aan te pas kwam, vielen die vocale gebreken niet zo op en was het kwartet overtuigend, zoals bijvoorbeeld in de liedcyclus ‘Uit Joodse volkspoëzie’ van Dmitri Sjostakovitsj. Dat waren acht theaterstukjes op zichzelf. Goed gespeeld en met veel beleving gezongen.

De mini-opera A Hand of Bridge van Samuel Barber, over twee echtparen die tijdens het bridgen wegdromen naar wat hen echt bezighoudt, maakte de cirkel rond en sloot de avond net zo luchtig af als die begon.

Pianiste Abigail Richards begeleidde het geheel uitstekend en liet iets van haar solistische kant zien in een expressief, robuust gespeelde Tango van Stravinsky – een soort intermezzo in het midden van het programma.

Vocaal had er vast meer in gezeten, in dit repertoire, maar als je die enigszins flauwe vergelijkingskunst achterwege laat, vind ik dat Quatre Bouches een goed aangekleed, origineel, plezierig programma heeft uitgedacht. Prima toch, voor een zomeravond aan de Amstel?

Het Grachtenfestival duurt tot en met 22 augustus en presenteert vele concerten op tal van locaties in de Amsterdamse binnenstad. Zie voor meer informatie de website van het Grachtenfestival.

Vorig artikel

Leontyne Price in 15 quotes

Volgend artikel

Veel Oostenrijkse producties bij C Major

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.