Gefascineerd door onbekende opera’s
Zeldzame en vergeten opera’s opnemen, dat is wat Opera Rara doet. Inmiddels al ruim dertig jaar lang. Recensent Basia Jaworski haalt herinneringen op aan een ontmoeting met medeoprichter Patric Schmid in Londen, in deel één van een serie over operalabels.
Tijden veranderen. Nog maar een paar jaar geleden kon de koek niet op: grote platenmaatschappijen namen de ene na de andere opera op, over kosten werd niet gekibbeld, nieuwe grote sterren werden gelanceerd en met net zo veel gemak gedropt. Nog een Aida en La Traviata, de honderdste Rigoletto, de tweehonderdste Tosca of Don Giovanni…
In de marge opereerden de kleinere, minder bekende firma’s. Ze teerden op een handjevol echte liefhebbers en verzamelaars die op zoek waren naar minder bekende titels van Donizetti of Bellini, naar verloren gewaande partituren en naar de ooit zo succesvolle en inmiddels vergeten componisten: Meyerbeer, Paccini, Mayr.
Eén van die firma’s was Opera Rara, ooit begonnen als een tweemansbedrijfje. In de pioniersjaren kon je je melden als een abonnee. Je kreeg dan een bericht over een op te nemen opera, je stortte het geld en moest vervolgens soms meer dan een jaar wachten voor je de platen toegestuurd kreeg. Het was iets zeer exclusiefs.
Inmiddels is Opera Rara uitgegroeid tot wellicht het grootste (en zeker het belangrijkste) operalabel. Een jaar of tien geleden bracht ik een bezoek aan het Opera Rara-kantoor in Londen, waar ik een ontmoeting had met Patric Schmid (in 2005 overleden) en dirigent David Parry. Schmid was één van de oprichters, de opnameleider en sinds het overlijden van zijn partner Don White tevens de artistiek manager van het label.
Duizenden partituren
Als ik het metrostation Liverpool Street uitstap, regent het pijpenstelen. Ik heb nog een paar uur de tijd en ben vast van plan een paar boekwinkels op te zoeken, maar het lijkt mij een veilig idee om alvast de weg te verkennen. Het is veel dichterbij dan ik dacht.
Niettemin, als ik er een kwartier voor de afgesproken tijd weer naartoe loop, verdwaal ik. Het weer is inmiddels omgeslagen; de zon schijnt en het is heet. Helemaal bezweet betreed ik het pand op Curtain Road, een vestiging van Opera Rara.
Ik word verwelkomd door Stephen Revell, de uiterst vriendelijke assistent van Patric Schmid die mij een enorme kamer binnenleidt. In het midden staat een vleugel, veilig geborgen onder een lap gele stof. Op de planken duizenden partituren, boeken en platen.
We nemen plaats aan een grote houten tafel. Patric Schmid komt binnen: een knappe vijftiger met grijze haren. David Parry wordt geëxcuseerd, hij is wat verlaat. Wij krijgen koffie en thee en het verhaal achter het meest avontuurlijke operalabel begint.
De liefde voor het belcanto begon met Chopin. Schmid raakte als jonge pianist zo in de ban van de betoverende klanken van deze componist dat hij op zoek ging naar meer. Een zoektocht die bij belcanto uitkwam.
Schmid raakte gefascineerd door de muziek en besloot er wat aan te doen dat de muziek vrijwel nooit werd uitgevoerd. Samen met zijn vriend, de musicoloog Don White, richtte hij in 1970 een operagezelschap op. Opera Rara.
Het zoeken naar de onbekende opera’s was niet makkelijk. En aangezien het kopieerapparaat nog uitgevonden moest worden, werd alles met de hand gedaan.
In 1972 werd de eerste opera uitgevoerd: Il Crociato in Egitto van Meyerbeer. Zonder problemen ging het niet: een paar dagen voor de première zei de tenor af, en waar vind je een vervanger voor zo’n onbekend stuk? Gelukkig, William McKinney redde de productie door twee dagen van tevoren de rol over te nemen.
Trouw
Alle door Opera Rara uitgevoerde opera’s werden uitgezonden door de BBC en door de ‘piraten’ op de plaat gezet. Maar in 1977 besloten Schmid en White de opera’s zelf te gaan opnemen en richtten het platenlabel Opera Rara op. Het geld voor de opnamen werd direct ingezameld bij liefhebbera door middel van abonnementen.
Als eerste werd Donizetti’s Ugo Conte di Parigi opgenomen, in juli 1977. De opera stond onder leiding van Alun Francis, sindsdien één van twee vaste dirigenten.
De andere dirigent, David Parry, is inmiddels gearriveerd en neemt geanimeerd deel aan ons gesprek. De voormalige leerling van onder andere Celibidache begon zijn carrière als pianist en repetitor van zangers, wat volgens hem absoluut onmisbaar is voor een dirigent. Zijn loopbaan begon in 1973 in Wexford, waar hij in 1975 als assistent van de dirigent betrokken was bij de opvoering (voor het eerst na 93 jaar!) van de opera Orazi e Curiazi van Mercadante, een opera die hij 20 jaar later voor Opera Rara zou opnemen.
Niet alleen de dirigenten, ook de zangers zijn Opera Rara trouw. Geen wonder: zij worden in gelegenheid gesteld om opnames te maken, nieuw repertoire te leren en te werken in een ontspannen sfeer. De grootste en beroemdste sterren doen er aan mee: Nelly Miriciou, Annick Massis, Jennifer Larmore, Della Jones, Bruce Ford, Alaister Miles, Antonino Siragusa – om een paar te noemen.
Als afscheid krijg ik een bijzonder cadeau: de gele lap gaat van de vleugel af, Parry pakt een partituur en speelt (en zingt – geholpen door Schmid) voor mij een aria uit Margherita d’Anjou van Meyerbeer.
3Reacties
Lieve Basia, wat een PRACHTIGE herinnering zul je er aan hebben, en wat een bijzondere ontmoeting zal het zijn geweest!
Héél goed van je dat voor eenieder de cover van Donizetti’s “Ugo Conte di Parigi” hebt gebruikt zoals voor de lezer hierboven wordt getoond. Het is een favoriete opera van me geworden! Het is voor de lezer wellicht goed om te weten dat deze opera zeer onterecht in de schaduw heeft moeten staan. Vanaf het seizoen in 1832 dat “Norma” van Bellini werd opgevoerd, heeft Donizetti moeten toezien dat de vijf eerste opvoeringen van zijn SCHITTERENDE werk “Ugo” bepaald niet makkelijk verliepen. De gelijktijdige productie van Bellini’s “Norma” op de bühne viel meer in de gunst. Daar komt nog bij dat de Italiaans-Oostenrijkse censuur rondom de productie van “Ugo” nogal wat roet in het eten gooide, wat bij de libretist Felice Romani voor veel hoofdbrekens had gezorgd. (Zie voor meer hierover, de Donizetti-biografie van William Ashbrook, en de UITMUNTENDE toelichting door de STER-auteur!!! Jeremy Commons bij de drie Opera Rara-CD’s.) In de loop van de 19e eeuw en sowieso in de 20ste eeuw is “Ugo” tot 1977 schandelijkerwijs in de vergeethoek geraakt. Onder je bespreking van “Parisina” van Donizetti had ik zijn “Ugo” ook kunnen noemen, met een nog jonge Della Jones in haar travestie-rol als Luigi V – Koning van Frankrijk. Die mag er zijn! Maar om alles wat ik hier over “Ugo” heb genoemd óók nog in die ene reactie op je bespreking van “Parisina” erbij te hebben gevoegd zou voor de lezer wat érg veel zijn geworden.
Ik ben op zoek naar een opname van de opera “le postillon de lonjumeau” van Adolphe Adam, zo mogelijk met Nicolai Gedda in de hoofdrol.
Wie kan mij helpen?
Hoogtepunten uit de opname van Le postillon met Nicolai Gedda (en Franz Crass en de Beierse Opera) zijn in ieder geval te vinden in een album met 7 cd’s getiteld Schoene Nacht, du liebes Nacht (Electrola). Presto Classical levert die release voor minder dan 20 euri. Een fraai alternatief is de complete opname met John Aler en June Anderson (vroeger op EMI, o.a. via Amazon leverbaar).